359
Uit het regionaal woningbehoefte-onderzoek komt naar voren, dat slechts
een heel klein deel van de woningzoekenden opteert voor een 2-kamerwo-
ning. A1leenstaanden - en nu spreekt zij niet over tweepersoonshuishou-
dens - geven vrijwel allende voorkeur aan een woning met een extra slaap-
kamer. Dit geldt in ieder geval voor oudere alleenstaandenmaar wordt
zelfs ook uitgesproken door de jongste kategorie woningzoekendendie
van 18 tot 24 jaar. Uit het Wilma-onderzoek blijkt dat onder de woning-
zoekenden veel starters zijn en het zijn vooralsnog vaak ook alleenstaan-
den, maar juist bij deze groep mensen kan de vraag gestëld worden hoe
lang ze er in zullen blijven of al snel tot de kategorie tweepersoons-
huishoudens zullen gaan behoren.
Dan komt spreekster weer terug op de woonnota, waar terecht onderscheid
gemaakt wordt tussen alleenstaanden en tussen tweepersoonshuishoudens
In de woonnota wordt aan 25% van de alleenstaanden een 2-kamerwoning toe-
gedacht, aan de rest een 3-kamerwoning en voor de tweepersoonshuishoudens
wordt gedacht aan 3- en 4-kamerwoningenieder fifty-fifty.
Dit zijn uitgangspunten die zij bijvoorbeeld bij de diskussie over de wo-
ningen in het Blekersvaartgebied amper tegengekomen is.
Ten tijde van het opstellen van de woonnota stond het fenomeen H.A.T.-
woning, een woning die in de regel toch wat kleiner uitvalt dan een 2-ka-
merwoning, nog in de kinderschoenen. De opmerking van de wethouder dat
bouw van de H.A.T.-woningen, waarvan er overigens al heel wat in Heemstede
zijn, door de recente ontwikkelingen op de tochtzouden komen te staan,
klinkt haar fraktie niet ongewenst in de oren.
Ten aanzien van de differentiatie van de nieuwbouwwoningen werd in dewoon-
nota samenvattend gezet dat er in Heemstede hoofdzakelijk behoefte bestaat
aan nieuwe 3- en 4-kamerwoningenruwweg in de verhouding van 75:25%.
In een aparte tabel in die woonnota wordt dat naar alle gebieden die be-
schikbaar zijn voor bouw, nog eens ingevuld en het aantal woningen dat
daar genoemd wordt, bijvoorbeeld ten aanzien van het Blekersvaartgebied,
is wel een illusie gebleken. De nota is destijds zo opgesteld dat alsde
nornien werden gewijzigd ook de konsekwenties daarvan snel zouden kunnen
worden aangepast. Het zou kunnen zijn dat als men nu de gegevens van de
woonnota en wat er nu ook is met het Wilma-onderzoek bij elkaar heeft met
het regionaal woningbehoefte-onderzoekde toen beleidshalve opgestelde
normen niet eens zover afwijken van de bestaande en nu bekende wensen
van de woningbehoefteAnders ligt het haars inziens met de feitelijke
invulling hiervan in de al wat verouderde tabellen van de woonnota en
ook in de praktijk van ons bouwen nu. Zij eindigt daarom maar weer met
dezelfde twee vragen waarmee zij begonnen is, namelijk kan het college
aangeven of het zich nog steeds op dezelfde beleidsaanbevelingen stelt
en vindt het bijstelling, althans van de tabellen, in die nota gewenst?
Mevrouw Noorman brengt naar voren dat de heer Borghouts in zijn al-
gemene beschouwingen nadrukkelijk heeft gevraagd - de wethouder heeft
daar positief op gereageerd - om een onderzoek naar de woonbehoeften on-
der in eerste instantie de huurders maar ook specifieke kategorieën be-
woners in Heemstede, om zo het bouwprogramma in de toekomst beter te kun-
nen afstemmen. Haar fraktie staat voor ogen dat bijstelling van de woon-
nota pas zou moeten gebeuren na zo'n onderzoek. Immers uit het onderzoek
van Wilma is gebleken dat de woonwensen van de thans ingeschreven woning-
zoekenden en dat ook in relatie met wat de mensen kunnen betalen aan hu-
renniet veel verschilt van de uitgangspunten van de woonnota, iets an-
ders dan wat mevrouw Karssen nu naar voren gebracht heeft.
25 noveuiber 1983