4e afd.
26 januari 1984
3
voorzieningen, die noodzakelijk zijn voor of verband houden
met het beheer, gericht op de instandhouding van de land-
schappelijke of natuurwetenschappelijke waarde van de gron-
den, of noodzakelijk zijn voor of verband houden met de uit-
oefening van het bosbedrijf, dan wel de uitoefening van het
agrarisch bedrijf, indien en voorzover deze uitoefening
reeds plaatsvond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit
besluit;
f. werken of werkzaamheden ten behoeve van of verband houdende
met de oprichting of plaatsing van - al dan niet aan hun be-
stemming onttrokken - voer- of vaartuigen, arken, caravans
en livingvans voorzover deze niet als bouwwerken zijn aan te
merken, als ook tenten;
g. het aanleggen of inrichten van havens of centra voor de water-
sport en het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschoeiingen
van kaden of van aanlegplaatsen voor boten;
h. werken of werkzaamhedenwelke wijzigingen van de waterhuis-
houding of de waterbestand beogen of tengevolge hebben;
ihet vellen, rooien of beschadigen van houtgewas anders dan
bij wijze van verzorging, met dien verstande dat geen aanleg-
vergunning is vereist met betrekking tot bossen en andere hout-
opstanden, welke deel uitmaken van bosbouwondernemingendie
als zodanig bij het Bosschap geregistreerd staan en met dien
verstande dat geen aanlegvergunning is vereist voor het perio-
diek kappen van griendhout en ander hakhout, voorzover betref-
fende de normale uitoefening van het op het tijdstip van inwer-
kingtreding van dit bes'uit bastaande bodemgebruik
j. he'. winn.-n van tjsstrooisel of mos;
k. het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doel-
einden;
1. het bebossen van gronden, die op het tijdstip van de inwerking-
treding van dit besluit niet als bosgronden konden worden aange-
merkt.
- b -