2e afd.
26 januari 1984
lOa
bij overlijden van overige bloed- en aanverwanten tot de vier-
de graad ingesloten en van de echtgeno(o)t(e) van schoonzuster
of zwager voor ten hoogste één werkdag, tenzij de ambtenaar
is belast met de regeling van de begrafenis of (en) nalaten-
schap, in welk geval verlof voor ten hoogste vier werkdagen
wordt verleend;
i. bij bevalling van de echtgenote zoveel verlof als nodig is
om over een aaneengesloten periode van twee dagen de vrije
beschikking te hebben;
j. gedurende éên werkdag indien deze samenvalt met de dag waar-
op de ambtenaar zijn 25-, 40- of 50-jarig ambts- of huwe-
lijksjubileum viert dan wel waarop zijn ouders, pleegouders,
stief- of schoonouders hun 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwe-
lijksjubileum vieren.
k. gedurende één werkdag indien deze samenvalt met de dag van
de kerkelijke bevestiging of Eerste Heilige Communie van de
ambtenaar, zijn echtjeno(o)t(e)kinderen, pleegkinderen
stief- en aanbehuwd kinderen".
XII. De tekst van artikel 013 wordt gewijzigd als volgt:
"1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
A. Centrales van overheidspersoneel
1. de Algemene Centrale van Overheidspersoneel (A.C.O.P.);
2. de Christelijke Centrale van overheids- en onderwijs-
personeel (C.C.O.O.P.
3. de Rooms-Katholieke Centrale van burgerlijk overheids-
en semi-overheidspersoneel (R.K.C.O.P.
4. het Ambtenarencentrum (A.C.);
5. de Centrale van middelbare en hogere funktio-
narissen bij overheid en onderwijs (C.M.H.A.).
B. Verenigingen van ambtenaren
de verenigingen van ambtenaren welke zijn aangesloten bij
de onder A genoemde centrales van overheidspersoneel
-7-