2e afd. 26 januari 1984 lOa
van zijn geestelijke toestand geen verwijt kan worden ge-
maakt;
b. indien de verhindering wegens ziekte zich voordoet binnen
een halfjaar na de in artikel B3, lid 1, bedoelde genees-
kundige keuring en alsdan blijkt, dat de ambtenaar hierbij
onjuiste informatie omtrent zijn gezondheidstoestand heeft
verstrekt of gegevens heeft verzwegen, tengevolge waarvan
de verklaring dat tegen de vervulling van zijn betrekking
uit medisch oogpunt geen bezwaren bestaan, ten onrechte is
afgegeven, tenzij de ambtenaar aannemelijk maakt, dat hij
te goeder trouw heeft gehandeld."
XV. De tekst van artikel E15, lid 2, wordt gelezen als volgt:
"Indien de gewezen ambtenaar, bedoeld in lid 1, met ingang van
de datum van zijn ontslag, recht heeft op invaliditeitspensioen
volgens de bepalingen van de Algemene burgerlijke pensioenwet,
behoudt hij gedurende de periode van zijn ongeschiktheid, doch
tot uiterlijk twee jaar na de aanvang daarvan, zijn laatstelijk
op grond van artikel Ell genoten bezoldiging en wel voor 100%
gedurende de eerste achttien maanden van die ongeschiktheid en
vervolgcns voor 80%".
XVI. De tekst van artikel E21, lid 1, wordt gelezen als volgt:
"De laatstelijk genoten bezoldiging of de uitkering, als be-
doeld in deze paragraaf, wordt in voorkomende gevallen slechts
gewijzigd overeenkomstig een algemene herziening die voor de
gewezen ambtenaar zou hebben gegolden, ware hij in dienst ge-
bleven".
XVII.De aanhef van artikel E21, lid 2, wordt gelezen als volgt:
0p de laatstelijk genoten bezoldiging of de uitkering, als
bedoeld in deze paragraaf, van de gewezen ambtenaar wordt in
mindering gebracht:
XVIII.In artikel H12a, lid 1, wordt het getal "62" gewijzigd in "61".