98
3 mei 1984
Mevrouw Bierman heeft geluisterd naar het interessante betoog van
de portefeuiilehouder. Naar haar mening heeft hij uitsluitend gesproken
over informatieverschaffing; hij sprak over vorming, informatieverstrek
king, enzovoort. Zij denkt dat zij in deze absoluut niet van mening met
hem verschilt. Het is niet aan ons om te checken of we dat aangename of
sympathieke informatie vinden omdat ons dat niet welgezind is. Wij zijn
er wel om erop toe te zien en een beleid te voeren, waarbij zo goed mo-
gelijk waarborgen gecreëerd worden voor een evenwichtig aanbod van in-
formatie. Daar gaat het verder helemaal niet om. Waar hier sprake van i
is aktievoering, namelijk beïnvloeding en propaganda. Heel anders dan
het verstrekken van informatie.
Daar is haar fraktie over gevallen. Zij heeft geen enkele twijfel dat
deze raad in die zin van voldoende goede huize is om zich daar een oor-
deel over te kunnen vormen, en zij hoopt dan ook dat het college zich
haar woorden in deze zal aantrekken en dat men een dergelijk soort
manifestatie niet meer in de gemeentelijke gebouwen zal aantreffen.
De voorzitter lijkt het een goede zaak als in de commissie voor
algemene bestuurszaken, nadat inmiddels het gesprek tussen de heer
Van Amerongen en de heer Krol heeft plaatsgevonden, daar ook nog eens
over gesproken kan worden.
De heer Borghouts merkt op dat er in de gemeentelijke gebouwen
al eens een tentoonstel1ing is geweest waar hij zich volstrekt niet
in kon vinden. Hij doelt hier op de tentoonstel1ing in de burgerzaal
van de Atlantische conwissie, in sprekers ogen een wat eenzijdige
benadering. Hij heeft ook nog een ogenblik gedacht of dat nu zo maar
kan, een gemeentelijk gebouw, zlch toch enigszins opstellend voor me-
ningen voor alle burgers. Maar als men daarover nadenkt komt men toch
al heel snel op het toch heel hoge recht in onze demokratische recht-
staat: de vrijheid van meningsuiting. Dat recht, éën van de oudste
grondrechten die we in deze samenleving kennen, is danwel niet onaan-
tastbaar, maar voordat men daar beperkingen aanlegt zal er heel wat
moeten gebeuren.
Nu maakt mevrouw Bierman het onderscheid tussen het verstrekken van
informatie - daar is ze mee akkoord - en - daar zou het hier dan om
gaan - het be'invloeden, een politieke aktie, daar is zlj niet mee
akkoord. Spreker denkt dat dit een onderscheid 1s dat niet werkt, dat
ook niet reëel is. Als hij van zijn recht van meningsuiting gebruik
maakt dan kan dat zijn om een louter blote mededeling té doen, maar
veelal, en zeker bijvoorbeeld hier 1n de raad, ligt de zaak toch an-
ders; hij maakt van het recht gebruik om anderen te overtuigen van de
visie die hij heeft, om anderen te beïnvloeden. Een louter objektieve
waardevrije informatie zal naar zijn mening bijna nergens gevonden
worden. Hij wil mevrouw Bierman 1n ieder geval vragen om dat nog eens
te overdenken voordat zij zich toch tegen de tentoonstei1ing die gaat
plaatsvinden keert. Om nog eens te overdenken wanneer er een tentoon-
stelling, leesmateriaal of aktiemateriaalmisschien als zij daar but-
tons onder verstaat, wordt uitgerelkt van I.K.V.-zijde of van een an-
dere zijde, of zij niet de één en de ander de gelegenheid wil bieden,
en of misschien zelfs de overheid tot plicht heeft om al die verschil-
lende meningen die er zijn in deze maatschappij niet te beletten, maar
de gelegenheid te bieden om zlch te richten tot de medeburgers. Men kan
daar voorbeelden van vinden. Eén voorbeeld bijvoorbeeld is televisie.
Daarom is de N.O.S. er, daarom heeft de N.O.S. rubrieken voor mensen
die wat minder aan de bak komen.