30 mei 1984
136
Het is ook heel belangrijk dat men onderscheid maakt tussen het beleid van
een instelling, en spreker weet niet beter dan dat geen enkele instelling
een beleid voor ogen heeft dat leidt tot éénzijdige politieke profilering,
en de vraag hoe degenen die gebruik maken van zo'n instelling het beleid
van die instelling ervaren. Dan denkt spreker dat men moet zeggen dat die
niet alleen binnen het sociaal-cultureel werk maar bij veel andere instel-
lingen - men kan zelfs ook nog aan sportverenigingen denken - telkens ver-
schillend zal liggen. Hij denkt dat de sfeer binnen het Heemsteeds Kamer-
orkest of bij de Christelijke Oratoriumvereniging, of de Pauwehof, of bij
ëën van de club- en buurthuizen, of bij de roeivereniging het Spaarne, of
bij de G.S.V., telkens verschillend kan liggen en dat ook verschillende
groepen vanuit de bevolking zich aangetrokken voelen tot een bepaalde in-
stelling of organisatie. Men moet ervoor waken die konstatering in een
aantal gevallen te bestempelen als eenzijdig ervaren politieke profilering.
Spreker moet ook zeggen dat als zoiets in deze raad wordt gezegd dat naar
de instel1ingen toch min of meer als een beschuldigende opmerking kan wor-
den aangemerkt. Hij denkt dan ook dat het juist is om aan de instellingen
- maar dan moet hij van mevrouw Bierman weten over welke instellingen zij
het konkreet heeft gehad - de notulen van deze raad aan te bieden en hen
om een reaktie daarop te vragen.
Inzake de bibliotheek heeft mevrouw Bierman gesproken van verontwaardiging
toen ze hoorde dat het gesprek dat spreker vorige maand had toegezegd pas
plaats heeft gevonden toen de vredesweek bijna was afgelopen. Mevrouw
Bierman rept er ook over dat spreker haar wel heel verkeerd begrepen moet
hebben. Dat is genen dele het geval. Spreker weet heel goed dat mevrouw
Bierman de vorige maand bezwaren geuit heeft tegen het standje van het
Vredesplatform in de hal van de bibliotheek. Spreker weet zeker dat vorige
maand niet uit zijn mond is gekomen, namens het college sprekend, de be-
zwaren van mevrouw Bierman gehoord hebbend, hij meteen de volgende dag op
de stoep van de direkteur van de bibliotheek zou staan om hem te vertellen
dat dat standje daar niet zou mogen staan. Die toezegging, of ook zelfs
maar een opmerking in die richting, is niet gedaan. Hij heeft wel vorige
maand laten weten met welke intentie hij het gesprek met de direkteur van
de bibliotheek zou voeren. Hij gelooft dat hij daar vorige maand duidelijk
in is geweest. Spreker hoopt dat de diskussie over deze toch wel zeer
principiële problematiekwaar men toch ook raakt aan beginselen van vrij-
heid van meningsuiting, er in ieder geval niet toe zal leiden dat het ver-
schil in wat mogelijk is in de bibliotheek van Heemstede, gerelateerd aan
een bibliotheek in Moskou, even groot blijft als de afgelopen jaren het ge-
val is geweest.
De voorzitter onderschrijft hetgeen de heer Van Amerongen gezegd heeft
namens het college nog eens nadrukkelijk. Het college heeft inderdaad niet
het gevoel gekregen, noch uit de diskussie die aan de vorige raadsvergade-
ring vooraf is gegaan in het college van burgemeester en wethouders, noch
uit de raad daarna, dat er ook maar enige pressie door wie dan ook werd
uitgeoefend om in het konkrete geval vrij onmiddellijk in te breken.
Spreker wil daar iets aan toevoegen vanuit zijn verantwoordelijkheid als
voorzitter van de raad, meer dan als voorzitter van het college, en mis-
schien ook een beetje als burgemeester van deze gemeente.
De tegenstellingen die in de samenleving nu eenmaal leven komen gelukkig
ook in de raad tot uitdrukking en het zou een slechte zaak zijn als dat
niet het geval was en hij denkt dat het ook een slechte zaak zou zijn als
de vrij ernstige meningsverschillen over zeer essentiële zaken zoals nu
in Nederland aan de orde zijn, op geen enkele manier in de raad tot uit-
drukking kwamen.