flrtikel 7
Dit artikei regelt de wijze waarop de geluidmetingen c.q. berekenin-
gen moeten worden verricht. Deze regels worden door de minister ge-
steld.
Artikel 8
Ingevolge artikel 138 van de wet dient de minister voor de eerst-
volgende periode van vijf jaren een programma van maatregelen voor
de bestrijding van geluidhinder vast te stellen.
Een onderdeel hiervan zijn de ingevolge artikel 141 van de wet
door het gemeentebestuur geraamde benodigde uitgaven voor maatrege-
len ter bestrijding van geluidhinderwelke aan de minister wordt
verstrekt.
Hiertoe behoren ook de kosten voor bemanning en apparatuur van het
in stand houden van de geluidmeetdienst.
Het opstellen van het overzicht dient in overleg met het hoofd van
het milieuburo te geschieden teneinde een goede "inplanning" van de
werkzaamheden mogelijk te maken.
flrtikel 9
Artikel 135, eerste lid, onder d van de wet bepaalt dat uit de op-
brengst van de krachtens artikel 132 op te leggen heffingen, aan
provincies, gemeenten en andere openbare lichamen bijdragen worden
gegeven ter financiering van de voor hen aan de uitvoering van de
wet verbonden kosten.
Daar waar het zogenaamde "nieuwe situaties" in de zin van de Wet
Geluidhinder betreft (bijv. akoestisch onderzoek t.b.v. een be-
stemmingsplan) dienen de kosten uiteraard op de Dlankosten te
drukken.
In principe twee keer per jaar zullen de kosten betreffende de
door de gewestelijke geluidmeetdienst uitgevoerde akoestische onder-
zoeken bij de gemeente in rekening worden gebracht.
- 6 -