4e aftl. 28 juni 1981 66
Artikel 12.
Artikel 12, tweede lid, wordt vervangen door de volgende leden:
2. Naast liet bepaalde in lid 1, kan vrijstelling worden verleend van
het verbod tot bouwen met overschrijding van de voorgevelrooilijn
voor het bouwen in een gebied waarvoor geen bestemmingsplan geldt,
indien voor bet gebied, waarin het bouwwerk zal worden opgericht:
a. een voorbereidingsbesluitals bedoeld in artikel 21 van de Wet
op de Ruimtelijke Orderiing, van kracht is en het bouwwerk niet
strijdtmet het ontwerp van een bestenmiingsplan voor dat gebied,
omtrent welk ont.werp het overleg, voorzien in artikel 8 van het
Resluit op de Ruimtelijke Ordening, is afgerond;
b. overeenkomstig het bepaalde in artikel 23 van de Wet op de Ruilnte-
lijke Ordening een ontwerp van een bestemmingsplan ter inzage is
gelegd, de termijn bedoeld in artikel 25 van de Wet op de Ruimte-
lijke Ordening niet is overschreden en het bouwwerk niet strijdt
met bet ter irizage gelegde ontwerp;
c. een besteiimiingsplan is vastgesteld, omtrent de goedkeuring waarvar
nog niet. onherroepel i jk is beslist en het bouwwerk niet strijd met
dat. bestenimingsplan.
3. Een vrijstel1ingals bedoeld in lid 2, kan slechts worden verleend,
indien
a. vooraf van gedeputeerde staten een verklaring is ontvangen, dat zij
tegen het verlenen van de vrijstelling geen bezwaar hebben,
b. aan belanghebbendenvoorafgaand aan het aanvragen van de onder a
van dit lid bedoelde verklaring van geen bezwaar, gelegenheid is je
boden bezwaren in te dienen tegen het verlenen van de vrijstel 1 ing,
zulks onder terinzagelegging voor de belanghebbenden van het ont-
werp-bestenimingsplan en het ontwerp-bouwplan.
Artikel 18.
Artikel 18, tweede lid, wordt vervangen door de volgende leden:
2. Naast het bepaalde in lid 1, kan vrijstelling worden verleend van het
verbod tot bouwen met overschrijding van de achtergevelrooilijn voor
het bouwen in een gebied waarvoor geen bestenmiingsplan geldt, indien
voor het gebied, waarin het bouwwerk zal worden opgericht:
-6-
