4e afd. 28 juni 1984 66
-25-
Aan de bouwverordening wordt een nienwe bijlage K toegevoegd, luidende:
IUJLAGE K
Bijlage, bedoeld in artikel 116, lid Ionder d.
I)e bepaling van de geluidwering van de gcvcl
I. Algeineen
a. De bepaling van de geluidwering van de gevel kan plaatsvinden door
middel van berekeningen dan wel door middel van metingen.
De bepaling van de geluidwering dient te geschieden voor de octaaf-
banden met de middenfrequenties 125 Hz, 250 Hz, 500 I Iz, 1000 Hz en
2000 Hz.
b. Bij de bepaling van de geluidwering dient te wordeh uitgegaan van een
buitengeluid met het onderstaande standaardspectrum.
Het standaardspectrum
Frequentie
Hz)
125
250
500
1.000
2000
i
Ci
(dB)
1
-14
2
-10
3
-6
4
-5
5
-7
c. Indien er, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, sprake is
van een gebouw dat ten aanzien van het geluid in een bijzondere omge-
ving is of wordt geplaatst, in die zin dat het spectrum van de geluiden
buiten het gebouw sterk afwijkt van het standaardspectrum, dan kun-
nen de Cj -waarden dienovereenkomstig worden gewijzigd.
Het spoorweggeluid en het vliegtuiggeluid hebben een zodanig afwij-
kend spectrum dat hiermede voldoende wordt rekening gehouden, in-
dien het voor het standaardspectrum bepaalde uiteindelijke resultaat
met 3 dB (A) respectievelijk 2dB (A) wordt verhoogd.
d. De geluidwering van de gevel dient genormeerd te zijn voor de na-
galmtijd in de geluidgevoelige ruimte. Voor woonruimten bedraagt de
referentienagalmtijd (T0) 0,5 seconde voor de 5 genoemde octaalban-
den. Voor de andere ruimten bedraagt de referentienagalmtijd (T0) 0,8
seconde voor de 5 genoemde octaafbanden.
e. Bij het berekenen of meten van de geluidwering van de gevel dient te
worden uitgegaan van een geopende ventilatievoorziening. Indien er
bij de toepassing van suskasten tevens sprake is van een additionele