4e afd
28 juni 1984
66
-31-
De artikelen 11 tot en met 13 van de bouwverordening zijn gebaseerd op de op-
vatting dat degene die zo'n lastgeving ontvangt, verplicht is daar aan te vol-
doen.
Blijkens de zo juist genoemde uitspraken van de arob-rechter bestaaf die ver-
plichting echter niet en kan deze ook niet bij een gemeentelijke verordening in
het leven worden geroepen. De ambtelijke lastgeving is daardoor niet meer dan
een verzoek of een mededeling. Wordt het verzoek niet opgevolgd - hetgeen
overigens lang niet altijd het geval zal zijn - dan dient de ambtenaar bur-
gemeester en wethouders te adviseren om op te treden. Uitsluitend dit college
heefl de bevoegdheid beëindiging van de illegale toestand af te dwingen door
middel van politiedwang (artikel 152 gemeentewet). In dat geval is steeds op
een of andere wijze een besluit van burgemeester en wethouders vereist over de
vraag of al dan niet een schriftelijke waarschuwing moet uitgaan.
De ambtenaar van bouw- en woningtoezicht kan daar toe (telefonisch) contact
met de betrokken wethouder opnemen, die dan wel door het college van bur-
gemeester en wethouders gemachtigd moet zijn namens het college te besluiten
tot het al dan niet doen uitgaan van een schriftelijke waarschuwing. Een pas-
sage van deze strekking is opgenomen in de algemene inleiding van de toelich-
ting op de bouwverordening Afdeling B, paragraaf 4).
ARTIKEL 15
Voor één bouwwerk of onderdelen daarvan worden vaak verschillende ad-
viseurs voor de constructie ingeschakeld. Hierdoor ontstaan soms coördina-
tieproblemen, hetgeen gevolgen kan hebben voor de veiligheid. In zulke geval-
len heeft het bouw- en woningtoezicht er behoefte aan te weten welke adviseur
voor de constructie de eindverantwoordelijkheid draagt. In de wenk voor de
toepassing wordt daar nu de aandacht op gevestigd.
ARTIKEL 17
Met de wijziging wordt dit artikel in overeenstemming gebracht met de recente
arob-jurisprudentie waardoor de procedure inzake de beslissing op een aan-
vraag om bouwvergunning kan worden bekort.
ARTIKEL 21
Deze aanvulling is hel gevolg van de wijziging van artikel 48, eerste lid, onder a,
van de Woningwet.
ARTIKEL 24
De wenk voor de toepassing is uitgebreid, omdat sommigen in de bouwpraktijk
er onvoldoende van op de hoogte zijn, dat de houder van de bouwvergunning
verplicht is er voor zorg te dragen dat deze vergunning met de bijbehorende