4e afd. 23 juni 1934 66
ARTIKËL 138
-39-
Het vooi stel om een niet-vantoepassingverklaring toe te voegen aan lid I heeft
ten doel om toe te staan dat de waterleidingaansluiting voor de (vaat)was-
machine in keukens van kleine woningen wordt weggelaten, indien vrijstelling
is verleend van de eis een desbetreffende rioleringsaansluiting te maken.
ARTIKEL 142
Voorgesteld wordt een niet-vantoepassingverklaring op te nemen van de eis tot
het aanbrengen van een gasinstallatie voor wooneenheden in verzorgingstehui-
zen voor bejaarden en wel in alle tot bewoning bestemde gebouwen die in de
nabijheid liggen van een distributieleiding van het openbare gasnet.
Weliswaar kunnen b. en w. vrijstelling van deze eis verlenen krachtens lid 3,
doch de vrijstelling kan, althans voor met rijkssubsidie te bouwen wooneenhe-
den voor bejaarden, niet worden geweigerd, omdat deze uit een oogpunt van
bedieningsveiligheid op grond van de Voorschriften en Wenken voor het ont-
werpen van verzorgingstehuizen voor bejaarden (V. en W.v.t. 1965) moeten
zijn voorzien van een aansluitmogelijkheid voor een elektrisch kookapparaat,
ARTIKEI. 148
De huidige wenken voor de toepassing van lid Ionder f en h, zijn verouderd.
Een driefasenvoeding voor wasmachines komt nauwelijks meer voor, zodat de
buisleiding naar het betrokken aansluitpunt slechts een middellijn van 16 mm
behoeft te hebben.
Daarentegen hebben moderne boilers een dusdanige voeding nodig, dat ten be-
hoeve daarvan de buisleiding naar het aansluitpunt een middellijn van 19 mm
moet hebben.
ARTIKELEN 148 en 149, leden 3
De onderhavige wijziging heeft betrekking op het herstel van een drukfout, ten
gevolge waarvan de wenken voorde toepassing van artikel 148, lid3, onderaen
c 2, en lid 3, onder c Iabusievelijk in de toelichting op artikel 149 zijn opgeno-
men.
ARTIKEL 152
Het herschrijven van de bestaande tekst van de wenk voor de toepassing van lid
I wordt voorgesteld om de toepassingsmogelijkheden van met name lid 1, on-
der b, verder te verduidelijken. Tevens wordt er de aandacht op gevestigd dat
de KOMO-certificering van bouwmaterialen in het algemeen betrekking heeft
op de sterkte, de duurzaamheid enz. van produkten en slechts op de schadelijk-
heid voor de gezondheid van de gebruikers van een gebouw waarin het mate-