4e afd.
28 juni 1984
66
ARTIKEL 305
-43-
Naar aanleiding van een desbetreffende opmerking van de zijde van G.S. van
Zuid-Holland is het derde lid van artikel 305 beter afgestemd op het bepaalde in
artikel 14.
ARTIKEL 306
De gemeente vormt het enige overheidsniveau waaraan ieder sloopplan gemeld
moet worden.
Met de uitbreiding van de wenk voor de toepassing wordt daarom beoogd te
attenderen op de wenselijkheid van het, bij voorkeur in overleg met de betrok-
ken gespecialiseerde rijksorganen waaronder de Arbeidsinspectie, voorschrij-
ven van voorzieningen om omwonenden en zittende bewoners van te handha-
ven gebouwgedeelten tegen vrijkomende asbestvezels te beschermen.
ARTIKEL 307
De uitbreiding van de wenken voor de toepassing onderudb en c wordt voorge-
steld om de aandacht te vestigen op het belang van een aanschrijving tot ver-
vanging van verw^erde asbesthoudende isolatielagen die in het verleden nog
door opspuiten mochten worden aangebracht.
ARTIKEL 318
De wijziging houdt verband met de herziening van de norm voor de plaatsing
van huisnummerbordjes NEN 1773, waarin thans meer aandacht wordt ge-
schonken aan de verzamel- en verwijsbordjes die nodig zijn bij meergezinshui-
zen en bij op onoverzichtelijke wijze aan de weg gesitueerde gebouwen.
ARTIKEL 352
De bestaande wenken voor de toepassing zijn aangepast bij de huidige stand
van de jurisprudentie, met name die van de arob-rechter.
ARTIKEL 359
De versoepeling in lid 2 van het onderhavige, zogenaamde anti-overbewo-
ningsartikel heeft ten doel rekening te houden met één-kamerwoningen die ook
in de nieuwbouw weer kunnen voorkomen ten behoeve van de huisvesting van
alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens.
ARTIKEL 366a
Behalve de laatste bijzin van de wenk voor de toepassing van lid Izijn de wen-
ken reeds in de circulaire inzake de I4e serie wijzigingen van de Model-