4e afd. 23 juni 1984 66 Wenken voorde toepussing ARTIKEL 92 -54- Toelichlinfop liel onlslaan Alfiemeen. Vooral met hehulp van de inzichten, verkregen door het in het kader van de opstelling van NEN 3509 'Trappen in woningen en woongebouwen - Definities en afmetingen' verrichte onderzoek naar de beloopbaarheid van trappen, konden in deze norm reeksen onderling samenhangende grensmaten voor verschillende trapcategorieën worden opgenomen. Daarmee is een werk- baar compromis bereikt tussen de schijnbaar tegenstrijdige eisen betreffende een beperkt ruimtebeslag door de trap in de woning en een optimale begaan- baarheid. Voor de onderhavige bepalingen van de bouwverordening is aanslui- ting gezocht bij de in die norm genoemde grensmaten. Lid I. De grensmaten in tabel 7 zijn in overeenstemming met die welke zijn vermeld in de - overigens meer uitgebreide - tabel I van NEN 3509. De enige niet corresponderende grensmaat is de vrije breedte van trappen van categorie I. De 100 mm kleinere maat uit de bouwverordening sluit het maken van een vrije breedte overeenkomstig NEN 3509 echter niet uit. Lid IVoor de wijze van meten van de maten van traponderdelen, zie artikel 82 dat verwijst naar NEN 3509 en de daarin opgenomen figuren. Trappen van categorie I kunnen bij voorbeeld zijn trappen binnen een woning die toegang geven tot een uitsluitend voor bergingsdoeleinden bestemde kel- der- of zolderverdieping, en tuintrappen. Zij kunnen ook worden toegepast als noodtrappen ter verbetering van deontvluchtingsmogelijkheden van bestaande (woon)gebouwen. Trappen die gelegen zijn binnen een woning en toegang geven tot één of meer kamers of een keuken (categorie 2), kunnen bij een verdiepinghoogte van 2,70 m, gemeten van bovenkant vloer tot bovenkant vloer, bijvoorbeeld optre- den hebben van 207,5 mm en aantreden van 215 mm, indien er vanwege een optimale beloopbaarheid van wordt uitgegaan dat één aantrede plus twee op- treden te zamen 630 mm moeten bedragen. Lid3Volgens NEN 3509 moeten trappen van categorie I een wel van ten min- ste 40 mm, van categorie 2 in het algemeen een wel vanten minste 3()mmen van categorie 3, 4 of 5 een wel van ten minste 20 mm hebben. Lid4. Onder andere dan vaste trappen worden bij voorbeeld uitschuifbare en scharnierende trappen verstaan. (Zie artikel 65, lid I). De wenken voor de toepassinp worden vervangen door:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1984 | | pagina 191