4e afd. 23 juni 1984 60 -62- woning te laten binnenstromen. De andere helft zal dan via een gedeeltelijk geopende ventilatievoorziening zonder akoestische demping kunnen toestro- men. Het verlies ten gevolge van de ventilatie wordt daardoor teruggebracht van ca. 8 dB(A) tot ca. 5 dB(A). Gehiid)jev(>elif>e ftebomven en f;eluidgevoelif>e niimten: Als geluidgevoelige ruimten in een woning of wooneenheid worden aangemerkt de hoofdwoonka- mer en de andere kamers; in een woning tevens de keuken, mits deze groter is dan 11 m2 (zie de toelichting op het Besluit geluidgevoelige ruimten van een woning, Besluit van 27 mei 1981Stcrt. 116). Als geluidgevoelige gebouwen, geluidgevoelige ruimten en geluidgevoelige ruimten waarin bijzondere geluidgevoelige activiteiten plaatsvinden, kunnen o.a. worden aangemerkt de gebouwen en ruimten zoals aangegeven in de vol- gende tabel I Kantoren worden niet als geluidgevoelige gebouwen aangemerkt; in zoge- naamde kantoortuinen wordt ten behoeve van het maskeren van individuele gesprekken vaak een kunstmatig achtergrondgeluidniveau van ca. 5 dB(A) in stand gehouden. Lid IDeze basiseis voor de geluidwering van de gevel van tot bewoning be- stemde gebouwen is vooral van betekenis voor het bouwen buiten geluidzones. Deze eis is mede bepaald door het gegeven dat de geluidbelasting op een zone- grens veelal ten hoogste 55 dB(A) zal bedragen. De gemiddelde geluidwering van de gevel van een woning of een wooneenheid - voorzien van thermisch-isolerende beglazing - bedraagt bij gesloten ramen on- geveer 30 dB( A). Bij (slaap)kamers die niet van thermisch-isolerende beglazing zijn voorzien, kan de geluidwering van de gevel lager uitkomen. In het algemeen kan er echter van worden uitgegaan dat geen bijzondere voorzieningen nodig zijn om aan de- ze geluidweringseis te voldoen. Lid 2. Indien de geluidbelasting binnen een geluidzone meer bedraagt dan 55 dB(A), dient de geluidwering van de gevel van een woning of wooneenheid meer dan 20 dB(A) te bedragen ten einde de geluidbelasting binnen de geiuidge- voelige ruimten tot een maximale waarde van 35 dB(A) te beperken. Uit de wenken voor.de toepassing onder Algemeen en van lid 1, blijkt, dat in- dien een geluidwering van meer dan 20 dB(A) moet worden bereikt, reeds aan- dacht dient te worden gegeven aan de ventilatie in samenhang met de geluidwe- ring. Tot 25 dB(A) behoeven echter in het algemeen geen speciale voorzienin- gen te worden aangebracht. In een aantal gevallen zijn er goede mogelijkheden om zowel voor de geluidwe- ring als voor de ventilatie op eenvoudige en weinig kostbare wijze aan de ver- eisten te voldoen door gebruik te maken van voor de hand liggende mogelijkhe-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1984 | | pagina 199