4e afd. Z8 juni 1984 bb UIJLACE K -85- Uijlnne, licdocld in artikel 116, lid I, onder d De bepalinfi'tin de pehddwerinp van de gevel l.a. De bepaling van degeluidwering vaneengevel van een leontwerpen, nog te bouwen, gebouw zal door middel van berekening dienen te geschie- den. Ingeval het een nagenoeg gereedgekomen gebouw betreft, kan de geluidwering zowel berekend als gemeten worden. Door de gekozen methoden zijn de resultaten van de berekeningen direct te vergelijken met de resultaten van melingen. De geluidwering van een gevel is afhankelijk van de frequentie (toon- hoogte) van het geluid. Door de geluidwering in octaafbanden vast te stellen, wordt hiermede rekening gehouden. De bepaling van de frequenlie-afliankelijke geluidwering kan beperkt blijven tot de 5 genoemde octaafbanden. De invloed van de octaafbanden met hogere middenfrequenties dan 2000 Hz op het eindresultaat kan worden verwaarloosd. Vanwege de onbetrouwbaarheid van de meting van de geluidwering in de octaafbanden met lagere middenfrequenties dan 125 Hz, worden deze buiten beschouwing gelaten. Bovendien wordt hiermede aangesloten bij de octaafbanden die voor de geluidisolatie tus- sen en binnen woningen een rol spelen. b. Voor de eenvoud, met slechts een geringe concessie aan de nauwkeurig- heid, kan in het algemeen worden volstaan met de bepaling van de ge- luidwering van een gevel bij een gestandaardiseerd geluidspectrum. Het gegeven spectrum is gebaseerd op wegverkeerslawaai, en wordt in een vorm weergegeven, waarbij l eeds rekening is gehouden met de ge- voeligheid van het menselijk gehoor. c. Het kan voorkomen dat zich situaties voordoen waarbij er sprake is van sterke afwijkingen ten opzichte van het standaardspectrum. Dit kan het geval zijn bij de verkeersgeluiden achter schermen en/of wallen, dan wel bij geluidsbronnen die een bepaalde toon produceren. Voor twee soorten geluid, te weten het spoorweggeluid en het vliegtuiggeluid, zijn reeds de voorkomende verschillen in het spectrum vastgesteld en bepaald wat de invloed op de waarde van de geluidwering van de gevel is. De waarde van de geluidwering van de gevel voor spoorweggeluid res- pectievelijk vliegtuiggeluid blijkt 3 respectievelijk 2 dB (A) meer te be- dragen dan voor het gegeven standaardspectrum. Voor de vergelijkbaar- heid en de eenvoud kan voor deze geluidbronnen dan ook worden vol- staan met een verhoging van de resultaten die voor het stan- daardspectrum zijn bepaald met 3 dB (A) bij spoorweggeluid en 2 dB (A) bij vliegtuiggeluid.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1984 | | pagina 222