4e afd. 28 juni 1984 66 De verhoging is het gevolg van reflecties door het gebouw. Er is echter geen sprake van een verhoging indien het gebouw het geluid in een ande- re richting reflecteert. Ingeval de hoek tussen de geluidbron en de normaal op de gevel (dak) meer dan 70° is, is de factor Cr gelijk aan 0. Dit effect treedt veelal op bij daken in geval van verkeerslawaai, railverkeerslawaai en industrielawaai en bij gevels in geval van vliegtuiglawaai. b.c. lngeval de isolatiewaarden van gevelonderdelen reeds worden gegeven voor het standaardspectrum vervalt de noodzaak tot frequentie-afhan- kelijk berekenen. d. De hoeveelheid absorptiemateriaal onder balkons heeft invloed op de geluidisolatie. Aanbevolen wordt dan ook om de onderzijde van balkons van geluidabsorberend materiaal te voorzien. Een meting van het genormeerde geluidniveauverschil van de gevel, waarbij de geluidbron zodanig is opgesteld dat het geluid onder een hoek van ca. 45° op de gevel invalt, leidt tot resultaten die te vergelijken zijn met de laboratoriumwaarden (waarin het geluid zogenoemd diffuus in- valt) en de in werkelijkheid, bij de reële geluidbronnen, optredende waarden. Het geluidniveau vöördegevel dient niet testerk afhankelijk te zijn van de plaats, waar gemeten wordt, terwijl ook alle te meten fre- quenties in het brongeluid dienen voor te komen. Ook hier wordt de fac- tor Cr ingevoerd in formule (5), in verband met de mogelijke verhoging van het geluidniveau vanwege reflectie door het gebouw. Het geluidniveau binnen de ruimte wordt op dezelfde wijze vastgesteld als bij geluidisolatiemetingen tussen en binnen woningen. Ter bekorting van de meettijd kan worden volstaan met één meting binnen de ruimte op 1 1,5 meter van de gevel. Hierbij wordt systematisch een één dB hogere waarde dan het ruimtelijk gemiddelde gevonden, die hierbij als correctie in mindering moet worden gebracht. -87-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1984 | | pagina 224