afd.
28 juni 1984
68
f. het bestemmingsplan nr. 46, vastgesteld bij zijn besluit van 3 ok-
tober 1929, nr. 59, voorzover betrekking hebbende op de Joh. Ver-
hulstlaan;
g. het bestemmingsplan 52E, vastgesteld bij zijn besluit van 30 augus-
tus 1973, nr. 79, voorzover betrekking hebbende op het perceel
Eemlaan 19;
zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende tekeningen.
te bepalen dat het verboden is binnen het onder Ia bedoelde gebied
zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemees-
ter en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken geen gebou-
wen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uit-
voeren, één en ander met uitzondering van normale onderhoudswerk-
zaamheden
a. ontginnen; bodem verlagen of afgraven; ophogen; egaliseren; scheu-
ren van grasland;
b. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenhe-
den en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen
c. 1. buiten de erven van bedrijfsgebouwen en woningen:
het opslaan, deponeren, lozen of storten van al dan niet afge-
dankte of aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen,
stoffen of produkten, alsmede het aanleggen of inrichten van
opslag-, stort- of bergplaatsenbehoudens voorzover één en an-
der noodzakelijk is;
- in verband met het beheer gericht op de instandhouding van de
landschappelijke of natuurwetenschappelijke waarden van de
gronden, of in verband met de uitoefening van het bosbedrijf
en één en ander bovendien niet betreft afgedankte of aan hun
oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of pro-
dukten; of
- voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf, indien en voor-
zover deze uitoefening reeds plaatsvond op het tijdstip van
inwerkingtreding van dit besluit en één en ander bovendien
betreft niet-afgedankte landbouwvruchten en produkten;
2. binnen de erven van bedrijfsgebouwen en woningen:
het opslaan of deponeren buiten de gebouwen van één of meer aan
hun gebruik onttrokken machines, voer- of vaartuigen, alsmede