fd
28 juni 1984
69
Met de bouw van de in artikel 5.1 bedoelde woningen moet een aanvang
worden gemaakt binnen twee maanden nadat de exploitant in het bezit
is gesteld van de daartoe benodigde bouwvergunning(en) en de vereiste
overheidsbeschikkingen en overigens overeenkomstig het in artikel 6
van deze overeenkomst bedoelde tijdschema.
De bouw dient, eenmaal aangevangen, ononderbroken en overeenkomstig
het tijdschema te worden voortgezet en voltooid.
De Gemeente neemt de inspanningsverplichting op zich de voor de rea-
lisering van de le fase vereiste bouwvergunningen af te geven en over-
heidsbeschikkingen aan te vragen respektievelijk de afgifte ervan te
(doen) bevorderen op zodanige tijdstippen dat de realisering van de
le fase overeenkomstig het tijdschema kan geschieden.
Het in de samenwerkingsovereenkomst tussen partijen in artikel 7.1 tot
en met 7.5, 7.7, 7.9 en 7.10 bepaalde blijft - mutatis mutandis - van
volle kracht en waarde.
Het met betrekking tot de te hanteren huurniveaus in de tussen partij-
en tot stand gekomen samenwerkingsovereenkomst in artikel 7.6 tot en
met 7.8 bepaalde blijft - mutatis mutandis - van volle kracht en waar-
de.
Het recht tot het toewijzen van de in de le fase te realiseren wonin-
gen ligt bij de Gemeente die daarbij zoveel mogelijk met de belangen
van de exploitant zal rekening houden.
De Gemeente zal van haar recht eerst gebruik maken na overleg met de
exploitant.
Daarenboven zal de toewijzing van de premiekoop-woningen door de Ge-
meente geschieden op basis van de als bijlage 5 opgenomen regeling.
De Woonruimteverordening van de Gemeente zoals deze op 29 april 1982
is komen te luiden is van toepassing.
Ten aanzien van de op basis van het in artikel 5.1 bedoelde woningbouw-
programma te realiseren premiekoop-woningen zullen zogenaamde verkoop-
regulerende bepalingen van kracht zijn. Deze zijn eveneens opgenomen
in de bij deze overeenkomst gevoegde bijlage 5.
-11-