4e afd.
28 juni 1984
63
Voor liet onbebonwde deel in het plaugebied geldl dat de 1 aiuläcliappe I i jke
waarde ervan mede bepaald wordt door de "kwaliteit" van de randen. I)e
randkarakteristiek is voor dit gedeelte: begrenzing aan zuid- en west-
zijde door bos (buitenplaats "lluis te Bennebroek") en een gedeelte van
de beplanting van llertenduin. Een gedeelte van de westrand wordt
gevormd door woonbebouwing
Aan de noordrand Iigt het moerasgebiedje
I)e oostrand wordt gevormd door de Ringvaart met de acliter 1 iggende
droogmaker i j (llaar lennuermeer
In bet gebied komt op de (aangelegde) kaden boombep1anting voor,
voornamelijk bestaande uit populieren en wilgen, die incidenteel
geuiengd zijn met uit de toon vallende dennen. Aldus is een wat
kIeinscha1iger gebied ontstaan, met zeer waardevolle randen. Redenen
waarom hiervoor de besteuuning agrarisch gebied met grote landschappe-
1ijke waarde is gekozen (AL II). Ondermeer ten aanzien van een verdere
uitbreiding van de beplanting is ook hier een aanlegvergunniugensteIseI
in de voorsr.hr i f ten opgenomen.
Üe Iandschappe1i jke waardering geldl ook voor liet weiland dat momenteel
als pai keerterrein in gebruik is voor bezoekers van LinnaeiishofIlier
is liet overgangsrecht van toepassing op grond waarvan het huidige
gehruik kan worden gecontinueerd
L»e gronden direkt ten zuiden van de Fazantenlaan hébben overeenkomstig
het huidige gebruik de besteuuning agrarische doeleinden gekregen.
De speelplaats aan deze laan is op de plankaart aangegeven inet de overige
aanduiding speeLplaats.
len aanzien van de in Itet plangehied aanwezige manege kan worden
opgemerkt dat het huidige gebouwenbestand gehandhaafd kan worden.
Uitbreiding ervan is, gezien de ligging tegen het bos van "lluis te
Bennebroek uit Iandschappe1ijk oogpunt niet aanvaardbaar
Ilinnen de huidige bebouwingsgrenzen bestaan nog voldoende mogeIijheden
om depaardensport te beoefenen. Ilet aansluitende weidegebied AL II)
laat overigens beweiding door paarden en gebruik als oefenterrein toe.
De bui tenmanegewelke vooralsnog binnen het plangeln'ed van het bestem-
mingsplan natuurgebieden viel, is overeenkomstig het huidige gebruik be-
S temd
waarop de l.c-ide woonschepen zijn gcs i I i.eerdzijn l.eslcmd als
womiseliepeiiliaven. Zolang geen a11ernar ieve I igplam sen elders in dc pro-
vn.ne hescliikbaar zijn, is het weinig realislis.h de uoonsrhepen on-
der liet zogenaan.de overgangsrecht le hrengen. I)e haven is hereikl.aar vanaf
f'l ipperweg via het erf van de aanliggende m.inege
I).- innximalc capai ileit var. de liaven is op 2 ligplaalsen gesteld.
Aangezien wonnschepen geen houwwerken zijn, is de ru iml e I i jlce verschij-
n Ingsvorui geregeld i n de gel.ruiksvoorschr i f len. I)e maxiniale lioogte van de
woons.hepen is l.epaald op 3.50 lerwijl de lengte en de l.reedte va„ de
wi.ons. hepen ten hoogsle 20.00 respec t i eve I i jk b.00 n.oge.1 hedr.ge.i.
"ehouurng ten hehoeve van de woonsclicpen zoals garages en l.ergi.igen is
toegeslaan op de groitden niet de l.esteiniiiing erf voor len hoogsle 401? van
de hij elk wonnschip behorcnde gronden met een m.ixiuiiiiii van 2H u.2
~ob -
