4e afd.
28 juni 1984
63
'.'-7. SubtJixmianie voor de Gemeentelijke Plannen van cie t'novineinle
I'lanoloijioehe Comnioaie
Bij brief vnn 18 februari 1982 werd de volgende reactie, die deel ni
maakt van een gecorobineerde reactie op de ontwerp-plannen Glip I, C1ip I
en Bivierenwijk, ontvangen:
4iiri- en uitbouuen
ln de beatnnuiiinijnplannen ia een regeling opgenomen uaarbij het mogelijk
uordt gemaakt om aan de achterzijde van de uoningen aan- en uitbouuen
te realiseren over de volle achtergevelbreedte an met een hoogte en
diepte van in het algemeen 3 meter. Daartoe zijn op de plankaarl dc
bouuntroken verdiept aangegeven met een nadere aanuijzing in de voor-
eahriften. Voor de betrokken beuoners ontstaat derhalve een bouureaht
waartegen, na het onherroepelijk uorden van dit bestemmingsplan, geen
beroep meer mogelijk is.
Dergelijke uitbouuen kunnen echter voor de naaatuonenden onpleaierig
zijn omdat in bepaalde stedebouukundige situaties bezonning en liaht-
inval verminderenüe inspecteur voor de Volkshuisvesting geeft dan ook
de voorkeur aan een regeling uaarbij het realiseren van aan- en uitbou-
uen alleen mogelijk is nadat een vrijatelling is verleend door het eol-
lege van Durgemeester en uethouders en nadat de naastuonemlen r.ijn ge-
hoord, aodat ook de nadelige aspecten van een aan- of uikbouu de aan-
dacht krijgen en ei&en/vooruktarden aan de bout.ter knnnen uorden gesteld
die enigsaintt aan de beauaren tegemoetkomenüe door u gckosen rege/ing
biedt deite mogelijkheid niet omdat, soalo eerder geotetd, een bouureaht
ontataat. l>e aommisaie kan aiah evenuel met de door u voorgestelde metho-
de verenigen, uaarbij de volgende overuegingen r.ijn gegeven.
Uit een aantal Kroonbeeluiten blijkt (Btinsum, S3 november 1077, no. 33
en tteerhugouaard, 16 auguotue /.987, no. 10) dat de Kroon een regeling
accepteert u.tarin aan- en uitbouuen op de plankaart r.ijn aangegevcn.
Voorts is met betrekking tot het bestemningsplan liinnenueg niet nega-
tief aan u geadviseerd en kan vervolgena uorden genonstateerd dat ook
de circulaire van Gedeputeerde Staten, inhottdende een voorotel tot rege-
ling van aan- en uitbouuen in bestemmingsplannen, sj.ch niet Verr.el tegen
de door u geëntameerde regeling. In de eircitlaire is overigt ns uel het
belang van een goed overleg met de betrokken beuonera ala ttiIgangspunt
genoemd voor het invoeren van deze regeling met de intentie dat alle
beuonero r.ich beuttsk r.ijn van de bouumogelijkhedeu die uorden gecreiierd
en dc eve.ntuele nadelige gevolgen. Ilet houden van 6én enkele infoiinal ie-
avotul hjkt hiervoor onvoldoende. De noodr.aak van soveel mogclijk injin—
matie aan en participalie van beuonera bij de totstandkiming vun bc-
sLcminingsplannen en de uit te uerken gedeelten) io met name door dc
di recteur van het l'rovinciaal Oi>boiaJorgaan bcpleit en uordt door dc
uniinisaie onderaihreven
Van deze opmerking is nota genomen.
-108-