4e afd. 28 juni 1984 63
1T.J. Jongh Visser.
Adressant heeft bezwaar tegen de aanleg van een tennispark aan de
Fazantenlaan en wel op de volgende gronden:
a. Het terrein waarop het tennispark is geprojekteerdis in het
kader van de Wet Agrarisch Grondverkeer aangemerkt als "land",
op grond waarvan het onmogelijk is het terrein een rekreatie-
funktie te geven.
b. De kwaliteit van de meest waardevolle rand gaat verloren aan een
tennisbanencomplex waartegen grote bezwaren gerezen zijn en waar-
van de noodzaak twijfelachtig te noemen is. Een in het groen ver-
pakte vormgeving komt neer op roofbouw op het karakter van de om-
geving.
Uitbreiding van het bestaande complex in Groenendaal is mogelijk
ter plaatse van de af te sluiten Sparrenlaan. Ook een terrein in
het bestemmingsplan "Blekersvaartweg" staat ter beschikking.
c. De situatie van de tennisbanen is strijdig met de reeds eerderuit-
gevoerde beleidsbeslissingen betreffende een verkeersomlegging van
de Glipper Dreef.
Realisatie van deze wegomlegging wordt nu onmogelijk.
2. J.W.J. Pijlman.
Adressant heeft bezwaar tegen de geprojekteerde ingang van het t.ennis-
park. Het plan voor ongeveer 13-17 banen komt bij hem positief over.
De volgende maatregelen zouden gerealiseerd moeten worden om zijn be-
zwaren weg te nemen:
a. met betrekking tot de verkeersaspekten
- slechts één toegang tot het park projekteren en wel via het par-
keerterrein van de Linnaeushof of achter de woonhuizen Glipper-
weg 6 en Fazantenlaan 2;
- aan de oostzijde van de Fazantenlaan zou een parkeerverbod moe-
ten worden vastgesteld.
b. met betrekking tot de inrichting van het complex:
- de op te richten gebouwen mogen slechts in één bouwlaag gebouwd
worden en moeten recht tegenover een dwarsstraat worden gesitu-
eerd
- er moet voldoende parkeergelegenheid worden gerealiseerd;
-5-
