4e afd. 28 juni 1984 63 Artikel 13 Natuurgebied (N) 1. De gronden met. de bestcmming natuurgebied zijn bestemd voor het behoud en herstel van de aldaar voorkomende dan wei daarnnn oigen natuurwetenschappe1ijke en landschappeIijke waarden. 2. Op de in 1id I bedoelde gronden mag niet worden gebouwd. 3. Ilet is, behoudens het bepaalde in 1id 6 t/m Iid 8, verboden zonder of in afwijking van een schriftel ijke vergunning van Burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken, gecnhouwverken zijn- de, of werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde, uit te voeren: a. het aanleggen of verharden van paden, wegen of parkeergeIegenheden b. het aanbrengen van andersoortige terreinverhardingen c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse constructiesin- stallaties of apparatuur; het ontginnen, bodemverlagen of afgraven, ophogen of egalisercn van gronden met meer dan 0.30 m; het vergraven van land tot water, het aanplempen van water alsmede het dichten van waterlopen of andere wateren; het vellen, rooien of verwijderen van de op deze gronden aanwezige houtgewassen en andere begroeiing anders dan bij wijze van verzor- ging van deze houtgewassen en andere begroeiing; het beplanten met houtige gewassen van gronden dic op dc dag van het van kracht worden van het plan niet als met bedoclde gewasscn beplante gronden konden worden aangemerkt; het aanbrengen van oeverbeschoeiingen en kaden. d h. 4. De werken en werkzaamhedenbedoeld in 1id 3, zijn slechts toelaat- baar indien door die werken of werkzaamhedendan wel tloor de daarvan direkt hetzij indirekt te verwachten gevolgen één of meer van dc in 1id I genoemde waarden niet onevenredig worden of kunncn worden aange- tast, dan wel de moge1ijkheden voor het herstel daarvan niet worden of kunnen worden verkleind. 5. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedocld in Iid 3 worden de Ccîimnissie voor Ruimtel ijke Ordening en Volkshu i svest i ng ge- hoord, alsmede de natuurbeschermingsadviseur Een vergunning als bedoeld in Iid 3 wordt voor het overigc slechts vcr- leend, indien vooraf van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van de vergunning geen bezwaar hebhen. 6. flet in lid 3 bedoelde verbod geldt niet, indien en voorzovcr de aanleg of de uitvoering van de betreffende werken of werkzaamheden a. noodzakeIijk is ter realisering van de bij Iid I aan de grond go- goven bestemming; b. noodzakelijk is in verband met het beheer, gericht op de instand- houding van de in lid I genoemde waarden dan wel noodzakelijk is uit cen oogpunt van een doelmatig gebruik van gronden, dat niet iD striid is mct dc bonaljngen vnp hct plan:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1984 | | pagina 85