4e afd.
28 juni 1984
63
Artikel 16 Groenvoorzieningen
1. De gronden met de bestemming groenvoorzieningen zijn bestemd voor
1 antsoenen beplantingen, waterpar ti jen en andere recreatieve
elementen en in samenhang daarmee voor speeigelegenheden en voetpaden.
2. De nadere ruimtelijke indeling van de in lid I bedoelde gronden
moet in overeenstemming zijn met de op de kaart en de hierna gegeven
aanwijzing
ter plaatse of binnen een afstand van 20.00 m gemeten uit liet
hoekpunt van de op de kaart aangegeven overige aanwijzing speel-
plaats zijn de gronden in het bijzonder bestemd voor een speel-
plaats waarvan de oppervlakte ten minste voldoet aan de bij de
aanwijzing aangegeven maat.
3. Op de in lid I bedoelde gronden mogen uitsluitend met de bestemming
verband houdende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
4. De bouwhoogte van de in lid 3 bedoelde bouwwerken, geen gebouwen
zijnde, mag ten hoogste 2.00 m bedragen.
-39-