4e afd. 27 september 1984 '"3
2. De toewijzing van standwerkersplaatsen geschiedt per marktdag bij
loting. Het hier bepaalde geldt niet voor degenen die als stand-
werker het recht op een vaste standwerkersplaats hebben verkregen.
3. Tot de loting voor een standwerkersplaats worden toegelaten:
a. de marktkooplieden, die blijkens een over te leggen geldig
registratiebewijs als standwerker bij het Hoofdbedrijfschap
voor de Detailhandel zijn geregistreerd en die overigens bij
voortduring daadwerkelijk als standwerker optreden, zulks ter
beoordeling van de marktmeester;
b. degenen die een bewijs van het Centraal Registratiekantoor van
het Hoofdbedrijfschap voor de Detailhandel kunnen tonen, waar-
uit blijkt, dat zij een aanvrage voor registratie als stand-
werker hebben ingediend, waarop nog niet is beslist.
4. Indien het totaal aantal gegadigden voor een standwerkersplaats
het beschikbare aantal standwerkersplaatsen overschrijdt en zich
daarbij gegadigden als bedoeld in het derde lid, onder b, bevin-
den, zal voor hen - indien zij overigens op grond van de loting
voor een plaats in aanmerking komen - slechts een tevoren vastge-
steld maximum aantal plaatsen beschikbaar zijn.
5. Geschiedt de toewijzing van plaatsen volgens een bepaald branche-
patroon, dan zal een standwerker met artikelen waarvoor de
brancheregeling geldt, voor hetzelfde artikel niet meer dan een-
maal per maand een plaats kunnen worden toegewezen.
Artikel 19:
1. Een standplaats moet door de houder ervan persoonlijk worden in-
genomen; hij mag deze derhalve niet aan een ander afstaan of in
gebruik geven.
2. De houder van een standplaats mag zich doen bijstaan.
Artikel 20:
1. Houders van vaste plaatsen die wegens ziekte verhinderd zijn hun
standplaats te bezetten, dienen de marktmeester daarvan schrifte-
lijk in kennis te stellen.
2. Deze schriftelijke mededeling dient tijdig vôör de betreffende
marktdag te worden ingezonden. Bij plotselinge verhindering moet
de marktmeester mpndeling of telefonisch worden ingelicht, gevolod
- 14 -