4e afd. 27 september 1984 '03
heffing worden verleend van de verplichting om zelf op hun vaste
plaats aanwezig te zijn.
2. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, als-
mede in die bedoeld in artikel 20 of in artikel 21, kunnen burge-
meester en wethouders de houder van een vaste plaats vergunning
verlenen zich te laten vervangen.
Overige maatregelen van orde.
Artikel 23:
Het is verboden vroeger dan één uur vöör de aanvang van de markt
goederen of waren ter markt aan te voeren. De aanvoer moet zijn be-
ëindigd om 10 uur, behoudens bijzondere omstandigheden, zulks ter
beoordeling van de marktmeester.
De afvoer van goederen en voertuigen moet zo spoedig mogelijk na
het sluiten van de markt worden beëindigd.
Artikel 24:
Het is de standplaatshouder niet toegestaan zijn standplaats vöôr
de sluitingstijd van de markt te verlaten. De marktmeester kan in
bijzondere gevallen, te zijner beoordeling, van deze verbodbepaling
ontheffing verlenen.
Artikel 25:
Het is verboden rij- en voertuigen, waartnede goederen of waren ter
markt worden of zijn aangevoerd, op de markt aanwezig te hebben op
een andere plaats dan die welke door of vanwege de marktmeester is
aangewezen.
Artikel 26:
Het is de standplaatshouder verboden:
a. zich behoudens toestemming van de marktmeester langer dan 30
minuten van zijn uitstalling te verwijderen; gedurende deze tijd
mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten;
b. op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd
goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te
leveren;
c. meer ruimte in te nemen dan hem is toegestaan;
- 16 -