103 in de gelegenheid worden gesteld een keuze te doen uit de dan nog be- schikbare plaatsen. Indien burgemeester en wethouders toepassing heb- ben gegeven aan het bepaalde in het tweede lid van artikel 4 van deze verordening, zal bij de toewijzing van vaste plaatsen met de door hen vastgestelde branche-indeling rekening dienen te worden gehouden. Ad artikel 15: Voor de noodzakelijke continuïteit in de bezetting van de marktplaat- sen is het van groot belang houders van vaste plaatsen aan een ver- schijningsplicht te binden. Om deze reden is in het eerste 1id on- der d. bepaald, dat de standplaatshouder die zijn vaste plaats niet tenmiriste éénmaal per twee weken inneemt, zi jn recht op deze plaats verliest. Uiteraard dienen de rechten van de kooplieden, indien en voor zolang zij de hun toegewezen plaats zelf blijven bezetten, on- aangetast te blijven. Voor de gevallen waarin zij gedurende lange tijd van hun plaats geen gebruik meer maken, is in het tweede lid de mogelijkheid geschapen na twee jaren de rechten op een vaste plaats te laten vervallen. Komt een standplaatshouder(ster) te overlijden, dan moet het on sociale overwegingen gerechtvaardigd worden geacht, dat zijn (haar) rechten op een vaste plaats op de overblijvende echt- genote (echtgenoot) kunnen worden overschrevendan wel op de partner waarmee de overledene duurzaam samenwoonde of op het kind dat samen met de overledene het betrokken bedrijf uitoefen- de Ad artikel 16: Het is duidelijk, dat over een vaste plaats beschikt moet kunnen worden ten gunste van een andere koopman, indien de rechthebbende op de plaats de markt op een bepaalde dag niet bezoekt. Uit dien hoofde verdient het aanbeveling te bepalen, dat de vaste plaats vöör een bepaald uur ingenomen moet zijn; indien bekend is, dat de rechthebbende later op de markt verschijnt, zal de plaats uiteraard open moeten blijven. Vroegtijdig - eventueel vöör de openingstijd van de markt - toewijzen van de dagplaatsen biedt het - 26 - 4e afd. 27 september 1984

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1984 | | pagina 50