103
door andere instanties kunnen worden geconstateerd, doch het algemeen
marktbelang vergt een snel en doelmatig optreden. Dit wordt mogelijk
gemaakt door de sancties, welke in de artikelen 38 e.v. zijn gesteld
op het niet nakomen van deze voorschriften.
Ad artikel 35:
Het tijdens de markt op het marktterrein rijden met wagens, karren,
auto's e.d. is uiterst hinderlijk, zowel voor het publiek als voor
de kooplieden, wier bedrijf "in volle gang" is. In samenhang met ar-
tikel 25 zal de hierdoor ontstane overlast tot een minimum worden
beperkt.
Ad artikel 36:
De verkoop van waren op een markt dient uitsluitend te geschieden
door de marktkooplieden aan wie door het bevoegd gezag een plaats
is toegewezen. Iedere andere wijze van verkopen op markten behoort
verboden te zijn. Een uitzondering op deze regel kan worden gemaakt
voor degenen die de kooplieden van koffie, soepen e.d. voorzien.
Ad artikel 37:
Voor de handhaving van de orde op de markten is het noodzakelijk
dat iedere vorm van propaganda tijdens de duur van een markt wordt
verboden. Deze immers kan aanleiding geven tot opeenhopingen van
mensen en derhalve tot wanordelijkheden.
Ad artikel 38 en artikel 39.
Tegen overtredingen van de in deze verordening opgenomen bepalingen^
alsmede tegen handelingen welke de orde op de markt op enigerlei
wijze kunnen verstoren, verdient voor wat de marktkooplieden betreft
een administratieve afhandeling de voorkeur. Verwacht mag worden,
dat van de bepalingen, opgenomen in artikel 38, .een sterk preventieve
werking zal uitgaan.
Alleen met betrekking tot de voorschriften welke ook door niet-
kooplieden kunnen worden overtreden zijn in artikel39 strafbepa-
- 31 -
4e afd.
27 sentember 1984