4e afd.
25 oktober 1984
120
Artikel III.
Artikel 103, lid 1, wordt gewijzigd en gelezen als volgt:
1. Het is de eigenaar, houder of verzorger van een hond verboden
deze hond het gebied te laten betreden, c.q. deze in het gebied
te laten verblijven, dat is gelegen ten zuiden van de Sparren-
laan en de Bosbeeklaan, uitgezonderd het parkeerterrein ten zui-
den van het verversingshuis.
Dit verbod is niet van toepassing op de door burgemeester en
wethouders aangewezen paden, zulks met dien verstande dat op
deze paden slechts aangelijnde honden mogen verblijven.
Artikel IV.
Artikel 103, lid 3, wordt vernummerd tot lid 2 en gewijzigd en ge-
lezen als volgt:
2. Indien toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 4
van de Wet op de Dierenbescherming en de hond niet binnen de in
dit artikel gestelde termijn wordt opgehaald of, indien aan de
eigenaar, verzorger of houder geen bericht van het vangen kon
worden gegeven binnen veertien dagen na de datum waarop het dier
is 9evangen, beslissen burgemeester en wethouders welke voorzie-
ningen moeten worden getroffen.
Artikel V.
Artikel 103A wordt hernummerd tot artikel 103B.
Artikel VI.
Aan atdeling 11 wordt een nieuw artikel 103A toegevoegd, luidende
als volgt:
Het 1S de eigenaar, houder of verzorger van een paard verboden dit
paard Groenendaal te laten betreden, c.q. dit paard in Groenendaal
te laten verblijven.
Dit verbod geldt niet voor de Burg. van Rappardlaan, de Bosbeek-
laan, de Sparrenlaan en de hoofdrijbaan van de Vrijheidsdreef
B. te bepalen dat de onder A. vermelde verordening in werking treedt
drie dagen na afkondiging.
Heemstede, 25 oktober 1984.
raad voornoemd,
De voorzitter,