4e afd.
25 oktober 1984
NIET VERMEERDEREN AANTAL BASISSCHOLEN IN PLANPERIODE
1985/1986 TOT EN MET 1987/1988
124
Heemstede, 26 september 1984.
Aan de raad,
Ingevolge artikel D4 van de Overgangswet op het basisonderwijs zijn met in-
gang van 1 februari 1984 de artikelen 50a tot en met 63, 65 en 67 van de
Wet op het basisonderwijs in werking getreden.
Dit betekent dat basisscholen (zowel bijzondere als openbare) welke niet
op grond van artikel E2 of E6 van de Overgangswet "automatisch" gevormd kun-
nen worden per 1 augustus 1985, met ingang van die datum op een door de ge-
meenteraad vastgesteld plan van nieuwe scholen moeten voorkomen om voor bekos-
tiging door het rijk in aanmerking te komen.
Een plan van nieuwe scholen bestrijkt een periode van 3 schooljaren. In dit
geval de schooljaren 85/18686/87 en '87/'88.
Het bestuur van een nieuw te stichten bijzondere school moet vöör 1 april
van het jaar van de vaststelling van het plan een verzoek om opneming van
deze school in het plan bij u indienen.
De vaststelling van een plan blijft ingevolge artikel 63 van de Wet op het
basisonderwijs echter achterwege indien:
a. geen verzoeken tot opneming in het plan zijn ingekomen of geen der inge-
diende verzoeken tot inwilliging leidt;
b. geen scholen uit het voorafgaande plan voor opneming in het plan in aan-
merking komen;
c. de gemeenteraad heeft besloten dat vermeerdering van het aantal openbare
scholen in de planperiode niet nodig is om te voorzien in voldoende gele-
genheid tot het volgen van openbaar onderwijs.
sub a.
Er zijn geen verzoeken tot opneming in het plan door de besturen van bijzon-
dere scholen bij u ingediend;
ad b.
Aangezien er geen voorafgaand plan voor nieuwe scholen aanwezig is, zijn
er geen scholen die op grond daarvan in het plan zouden moeten worden opge-
nomen;
-1-
