29 november 1984
304
nadeel kan zijn dat als men deze mogelijkheld gaat openen er ook minder
opbrengsten voor de verenigingen kunnen ontstaan die nu aktief zijn in
het inzamelen van oud papier.
De heer Solleveld heeft ook gezegd dat hij zich kan indenken dat de ver-
enigingen weinig enthousiast hebben gereageerd, want een behoorlijke
vrijheid in deze is hen wel zo lief. Dat is bij spreker ook het geval
alleen denkt hij dat men in de gaten moet houden dat afvalverwerking in
onze samenleving een steeds groter maatschappelijk probleem wordt en dat
men niet voor alle maatschappelijke problemen zonder regels een effek-
tieve oplossing zou kunnen bedenken. De vraag moet op een gegeven ogen-
biik toch ook wel gesteld worden of die gemeentelijke koördinatie die
gepresenteerd is, wel zo vrijblijvend moet worden gepresenteerd als tot
op heden is gebeurd.
Andere gemeenten, met name de gemeente Nijmegen, hebben op dat punt de
zaak anders aangepakt en bij voorbaat al zo geregeld dat wijken van de
gemeente toegewezen werden aan verenigingen en instellingen die zich be-
zig houden met het inzamelen van oud papier. De ervaring was daar dat
in eerste instantie de betrokken verenigingen daar zeker niet enthou-
siast over waren, maar toen bieek dat door die gemeenteiijke koördina-
tie de hoeveelheid op te halen oud papier door die verenigingen een
fiinke stijgende lijn ging vertonen, sloeg alles om in een enthousias-
me voor deze aanpak.
Zo ver zijn we hier nog niet; spreker zegt het aileen maar omdat er op
een gegeven ogenblik toch, als tenminste scheiding aan de bron en ge-
scheiden inzameling ons ernst is, wel eens een moment zou kunnen ont-
staan dat we de zaak wat minder vrijblijvend zouden moeten aanpakken.
In ieder geval denkt hij dat het een waardevoile suggestie is om ook
de milieuraad bij dit probleem te betrekken.
Over de vragen m.b.t. het Hinderwetuitvoeringsprogramma kan spreker
kort zijn; dat is op een oor na gevild. Binnen enkele weken zal dat
in het college komen en vervoigens aan de raadscommîssie kunnen worden
gepresenteerd. Spreker zegt dat het waar is dat als gevolg van het
niet invoeren van de kaderwet specifiek welzijn wij geen verplichting
meer hebben om een zogenaamd vierjarenplan op te stellen.
De brief daarover heeft het college zeer recent ontvangen. Men is wat
dat betreft nu vrij om te doen en laten wat men wil en men zal zîch dus
de vraag moeten stellen of wat eerst een verpiichting voor ons was,
ook zonder verplichting een zaak is waar men waarde aan zou kunnen toe-
kennen. Spreker denkt dat het een goede zaak is, voordat wij ons daar-
over uitspreken, de voor- en nadelen van het opstellen van een sociaal-
cultureel plan op een rij te zetten en daarover advies te vragen aan de
plancommissie. De andere vraag, om te bekijken of het jaarprogramma dat
elk jaar vastgesteld wordt, kan worden omgezet in een programmering
voor twee jaar of gelijk met de doelstellingennota - maar dan komt men
ook uit op een periode van twee jaar - zou ook aan de plancommissie
voorgelegd kunnen worden, maar er zit wel een nu al te voorzien nadeel
aan vast, namelijk, zoals wij dat in het totale gemeentelijke beleid
gewend zijn - wij werken met de jaarbegroting en dat doen alle instel-
lingen en verenigingen ook, niet alleen binnen het sociaal-cult.ureel
werk - vragen wij per jaar ook een subsidie-aanvraag in te dienen.
Dus toch zullen elk jaar de subsidie-aanvragen beoordeeld moeten wor-
den en als men nu kijkt naar ons sociaal-cultureel programma, dan is
dat eigenlijk een verzameling van subsidie-aanvragen waarop gemoti-
veerd wordt gereageerd. Als men nu ook nog een programmering voor twee