^Tl 307 29 november 1984 De heer Borqhouts vraagt of bekend is of het rijk ook gaat korten op een gemeente-uitkering bijvoorbeeld omdat er een stuk werk bij de gemeen- te wegvalt. Wethouder Van Amerongen antwoordt dat daar thans nog niets van bekend is, althans in die zin dat de gemeente voor het behandelen van W.W.V.- aanvragen een vergoeding krijgt, alhoewel die vergoeding zeker niet kos- tendekkend is. De kans is groot dat we die uitkering van het rijk kwijt- raken. Daar staat tegenover dat als gevolg van die wet op de bejaarden- oorden we weer en dat loopt dan via de algemene uitkeringen, een extra vergoeding gaan krijgen. De heer Borghouts heeft ook gevraagd of door al die ontwikkelingen, in- klusief de uitbreiding van het bureau Soza, er dan eindelijk meer perso- nele ruimte kan ontstaan voor het bureau om meer te zijn dan een uitke- ringsmachine. D&ar zou de suggestie uit spreken dat het bureau thans al- leen uitkerings-aktief zou zijn. Dat is niet zo. Er wordt met de gebrek- kige personele kapaciteit die er is toch gepoogd ook zoveel mogelijk aandacht te besteden aan zaken die niet rechtstreeks de aanvraag raken, zoals schuldbemiddeling, maar er is een grote groei van het aantal uit- keringsgerechtigden en door gebrek aan personele kapaciteit kan er niet altijd voldoende aandacht worden besteed aan de immateriëie bijstands- verlening. De heer Borghouts heeft ook gesproken over de beeldvorming van uitkeringsgerechtjgden. Hij heeft daarbij aangehaald wat er op lan- delijk niveau zich allemaal heeft afgespeeld en heeft daar ook het be- grip misbruik van uitkeringen gehanteerd. Spreker denkt dat het goed is om daar eens bij stil te staan als men het woord misbruik van uitke- ringen, fraude, in de mond neemt. Hij denkt dat allen het erover eens zijn dat elk fraudegeval er één teveel is. Frauderen kan het hele so- ciale zekerheidsstelsel ondermijnen. Spreker denkt dat het juist ook in het belang van alle uitkeringsgerechtigden is dat echte misbruik be- streden wordt. Maar hij denkt dat men tegelijkertijd ook de dubbele moraal onder ogen moet zien die er wat dat betreft is ontstaan. Uitkeringsfraude wordt terecht veroordeeld, maar als men hoort praten over hoevelen een aangiftebiljet voor de inkomstenbelasting invullen dan schijnt dat iets te kunnen zijn waar men trots op mag zijn als men daarmee met een grote fantasie aan de gang gaat. Ilij vindt dat men van beide vormen van fraude de ernst moet inzien. Als de heer Borghouts zegt dat verreweg het grootste deel van de uitkeringsgerechtigden te- recht en helaas een beroep doet op de terzake geldende regelingen en als men dan vraagt of spreker dat op grond van ervaring in Heemstede kan bevestigen, dan denkt hij dat niet voor 100 maar voor 200% te kun- nen bevestigen. Er zijn in Heemstede ongeveer tegen de 500 uitkerings- gerechtigden en ernstige vormen van misbruik komen ook in Heemstede voor en als men dat in een getal wil zien - dan praat spreker uiter- aard over vormen van misbruik waar het bureau tegenaan gelopen is - dan komt dat uit op een stuk of tien per jaar. Daarmee is uiteraard niets met zekerheid over de totale omvang te zeggen maar gelet op het feit dat bij vermoedens van misbruik daar bijzonder veel aandacht van het b'jreau Sociale Zaken op wordt gericht en ook de ervaring dat er in Heemstede een stuk sociale kontrôle is die er toe leidt dat vele zaken uiteindelijk toch zichtbaar te maken zijn, durft spreker te zeg- gen dat de totale omvang zeker niet een veelvoud van die tien zal zijn en is hij ervan overtuigd dat het overgrote deel van uitkeringsgerech- tigden de samenleving recht in de ogen kan zien en vindt hij dat gene-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1984 | | pagina 41