29 november 1984
320
Zijn fraktie ondersteunt wel het collegevoorstel om de volkstuinen te
verhogen met de percentages zoals voorgesteld. Niet om onaardig te zijn
tegen de volkstuinhouders, integendeel, maar zij is gevoelig voor het
argument dat er nogal wat grote onderlinge verschillen waren. In absolu-
te zin waren de tarieven die geheven werden aan de zeer lage kant.
Kortom, zij gelooft dat men na deze ronde zo langzamerhand op het schema
komt waar we zijn willen en zij denkt dat men dan over tarieven praat
die bepaald niet onredelijk zijn, ook niet in vergelijking met vergelijk-
bare projekten.
Sprekers fraktie stelt voor de hondenbelasting dit jaar niet te verhogen.
Het gaat inderdaad niet om schokkende bedragen. Ook de totale inkomsten
uit de hondenbelasting zijn relatief vrij beperkt. Toch vindt zij het
een zaak die bij haar de nodige aandacht heeft getrokken uit twee ge-
zichtspunten: éên is het totaal te innen bedrag dat sterk achterblijft
bij wat het zou moeten zijn door een gebrek aan medewerking van de be-
volking om loyaal zijn hondenbezit aan te melden en ten tweede gelooft
zij dat dit tarief toch al op een vrij hoog peil ligt. Dit dus in te-
genstelling tot bijvoorbeeld een volkstuintariefwaarvan zij vindt dat
dat voor de waar die men ervoor krijgt nog binnen redelijke n-.rmen ligt.
De heer Borghouts heeft gesproken over gemeentegaranties van woningen.
Spreker begreep dat wethouder Baar niet helemaal begreep waar hij het
over had en kreeg de indruk uit zijn opmerking, dat hij de garantiesom-
men die maximaal gegeven kunnen worden aan huizenkopers omlaag wilde
brengen.
De heer Borghouts merkt op dat wethouder Baar exakt heeft geantwoord
op wat hij gevraagd had.
De heer Solleveld denkt dat wethouder Baar het dan wel begrepen heeft
maar spreker niet.
Misschien komt dat dan toch door de wijze waarop deze zaak naar voren
werd gebracht. Als men inzake het kwijtscheldingsbeleid de heer Van der
Hulst hoorde in zijn bewieroking van het Heemsteeds modeldan zou men
bijna de indruk krijgen dat het om een wervelende show gaat die door
het land gaat en waar de landelijke pers bijzonder gretig op is inge-
sprongen. Spreker vindt het goed dat een zaak naar buiten gebracht wordt
en hij heeft ook begrepen dat de landelijke pers daar wat aandacht aan
besteed heeft maar hij denkt dat dit toch ook een stukje aanzet van PH
geweest is en dat het een gezamenlijke produktie is geweest.
De heer Borghouts vindt dat de mensen dat maar moeten zien als een on-
vermijdelijke reaktie op uiterst onrechtvaardig regeringsbeleid op dit
punt. Dat is een hele beschuldiging aan het adres van de regering en
spreker vraagt zich af of dit hard te maken is. Daar kan men heel lang
over praten want de ëën vindt dit en de ander.vindt dat. Spreker heeft
in zijn betoog gewezen op het doorgeschoten overheidsbeleid in de ja-
ren die achter ons liggen. Hij denkt, hoe men er ook over denkt, van-
uit welke politieke hoek men er ook naar kijkt, dat de eerlijkheid ons
zal gebieden, ook mensen uit socialistische huize, om te beamen dat er
een tijd is geweest, waarin men dacht dat alles mogelijk was, dat so-
ciale uitkeringen domweg doorgeschoten zijn en op een niveau gekomen
zijn waar ze in feite niet thuisbehoorden.
Met thuisbehoorden wil spreker niet zeggen dat het niet heel mooi zou
zijn als ze misschien nog hoger zouden zijn, maar hét systeem als zo-
danig verdraagt het niet. Nu kan men natuurlijk redetwisten of dan de