2e afd. 30 november 1984 132 het Gemeentefonds/Provlnciefonds. De mededeling bevat tevens een indikatie van de uitkering voor de vier op het begrotingsjaar volgende jaren. c. Ombuigingen op de algemene uitkeringen van het Gemeentefonds en het Provlnciefonds dienen op een evenwichtige wijze (dat wil zeg- gen evenredig aandeel redelijkheidstoets) over de beide fondsen te worden verdeeld. d. Ook vanwege konsekwenties met betrekking tot de lagere overheden dienen tussentijdse ingrepen in de lopende begrotingen, waar het maar enigszins mogelijk is, te worden voorkomen. Indien zo'n in- grijpen nodig is, dient dit beperkt te biijven tot eenmaal per jaar en vroegtijdig in het jaar. e. Het tarieven- en prijsbeleid ten aanzien van de lagere overheden dient ruimte te bteden om tariefstijgingendie een versterkte toepassing van de profijtgedachte inhouden, tot zijn recht te 1a- ten komen. Met name dienen de lagere overheden de gelegenheid te hebben de zgn. profijtkortingen aan de gebruikers van overheids- voorzieningen door te berekenen. f. Voor kortingen op specifieke uitkeringen dienen de volgende re- gels te gelden: - tijdige mededeling aan lagere overheden, zodat deze daarmee nog in hun beleid rekening kunnen houden; - gelijktijdige aanpassing van regelgeving (verlaging van eisen, vermindering van voorschriften etc.), zodat afwenteling op de lagere overheden wordt voorkomen; - korting niet invullen door het geheel of gedeeltelijk achter- wege laten van prijskompensaties, maar door volumemaatregelen. Uitgaande van een strukturele ombuigingsmaatregel voor de gehele overheid voor 1985 bedraagt het aandeel van het provincie- en het gemeentefonds 7,5% is 67 miljoen. Het gemeentefonds moet hiervan 60,6 miljoen opbrengen. Met hantering van het vorenstaande luiden de ombuigingen die voor 1984 en volgende jaren op het Gemeentefonds worden aangebracht, als volgt x 1 miljoen): -3-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1984 | | pagina 31