2e afd.
30 november 1984
127
c. personeel
onderscheidenlijk
personeelsleden:
d. organisatie,
onderscheidenlijk
organisaties:
de ambtenaren, die bij een tak van dienst
werkzaam zijn, waaronder mede begrepen die
ambtenaren die bij een tak van dienst ten
minste êén jaar voor meer dan de helft van
hun werktijd tijdelijk zijn te werk gesteld;
de afdeling, onderscheidenlijk de afdelingen
van verenigingen, waarmee volgens de inge-
volge artikel 125, tweede lid, junkto eer-
ste lid onder k, van de Ambtenarenwet 1929,
vastgestelde voorschrlften overieg wordt ge-
voerd;
Hoofdstuk 2. Instelling
Artikel 2
1. Burgemeester en wethouders stellen na overleg met de organisaties ten
minste een Medezeggenschapsconmissie in bij elke tak van dienst.
2. Bij het instellen van een Medezeggenschapscommissie moet:
a. in beginsel gewaarborgd zijn dat iedere ambtenaar in deze conntis-
sie vertegenwoordigd kan zijn;
b- er zoveel mogelijk op worden gelet dat - indien het instellen van
deze commissie niet per tak van dienst geschiedt - deze conmissie
wordt ingesteld voor dienstonderdelen, die in organisatorisch dan
wel beleidsuitvoerend opzicht een eenheid vormen.
3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen burgemeester
en wethouders in overleg met de organisaties voor twee of meer takken
van dienst met elk minder dan 35 personeelsleden een Medezeggenschaps-
commissie voor deze takken van dienst gezamenlijk instellen.
4. Bij het instellen van een commissie als bedoeld in het vorige lid kun-
nen burgemeester en wethouders in overleg met de organisaties van het
-4-