150
Artikel 5 van de Noordhollandse Verordening op het provinciaal fonds
stads- en dorpsvernieuwing bepaalt dat Gedeputeerde Staten op drie
manieren bijdragen kunnen verstrekken aan de gemeentebesturen:
a. naar aanleiding van een daartoe strekkende geraotiveerde aanvraag;
b. voor bepaalde doeleinden op basis van een in deze verordening opge-
nomen verdeelsleutel en
c. uit eigener beweging (zulks ter stimulering van stadsvernieuwings-
aktiviteiten in gemeenten die niet in staat zijn om zelf een beleid
te voeren, alsmede om niet geplande verwerving van onroerend goed
mogelijk te kunnen maken)
Het onder b. genoemde is nader uitgewerkt in artikel 10. Hierin wordt
bepaald, dat bijdragen verstrekt kunnen worden voor de volgende doel-
einden (zonder dat daarvoor een aanvraag ingediend moet worden):
1. verbetering van door eigenaren bewoonde woningen;
2. restauratie van woonhuismonumenten;
3. verbetering van woonschepen en
4. voorlichting en begeleiding bij de onder 1 t/m 3. genoemde aktivi-
teiten.
Gelet op het feit dat de provincie naast genoemde doeleinden niet recht-
streeks gelden aan de gemeente toekent (voor het merendeel van de 19 op
te heffen regelingen dienen aanvragen ingediend te worden), zijn wij
van mening dat voor niet-fondsgemeenten nauwelijks sprake 1s van enige
decentralisatie. Dit standpunt is door ons uitgebreid onder de aan-
dacht gebracht bij Provinciale Staten in het kader van de "inspraak"
rond de totstandkoming van de eerdergenoemde provinciale verordening.
In verband met de beoogde (financiële) decentralisatle bepaalt artikel
41 van de WSDV dat elke gemeente een verordening vaststelt, op grond
waarvan geldelijke steun in het belang van de stadsvernieuwing ver-
strekt kan worden aan natuurlijke personen en rechtspersonen. De strek-
king van dit artikel 1s dat de via het rijk of de provincie verkregen
middelen slechts uitbetaald kunnen worden door toepassing van deze ver-
ordening.
De verordening dient in ieder geval voorschriften te bevatten betref-
fende de jaarlijkse bekendmaking van het door de gemeente voor het
desbetreffende jaar voor het verlenen van geldelijke steun beschikbaar
4e afd.
20 deceraber 1984