150
hierdoor (alsmede door de beperkte omvang van het provinciale fonds)
van een zodanige beperkte omvang zijn dat niet alle aanvragen om
steun voor de verbetering van door eigenaren bewoonde woningen geho-
noreerd kunnen worden (op grond van de huidige normbedragen per ver-
betering). Wij stellen ons dan ook op het standpunt dat het opnemen
van een regelirig terzake van woonhuismonumenten vooralsnog uit finan-
ciële overwegingen niet tot de mogelijkheden behoort en dat het totale
budget beter gebruikt kan worden ten behoeve van de woningverbetering.
Zodra de diskussies met betrekking tot de decentralisatie van het mo-
numentenbeleid afgerond zijn, zal wellicht een monumentenverordening,
voorzien van een lijst en een subsidieregelIng, tot de mogelijkheden
behoren.
Hierbij dient overigens vermeld te worden, dat woonhuismonumenten in
beginsel in aanmerking komen voor steun op grond van de hierna nog
te besprëken regeling-voor de verbetering van door eigenaren bewoonde
woningen.
- verbetering van woonschepen:
Mede gelet op het feit dat voor dit doel middelen beschikbaar worden
gesteld, is in de koncept-verordening een bepaling opgenomen, dat,
voorzover dat mogelijk is, de voor verbetering van door eigenaren
bewoonde woningen opgenomen subsidiemogelijkheden tevens van toepas-
sing zijn op woonschepen. Hierbij is bepaald dat steun slechts ver-
strekt kan worden aan "legale" woonschepen. Wat hieronder dient te
worden verstaan, is omschreven 1n artikel 11 van de subsidieverorde-
ning.
huurders van partikuliere woninqen:
Nog afgezien van het feit dat voor deze sektor geen gelden recht-
streeks beschikbaar worden gesteld, is het ons niet geheel duidelijk
(zie 00k het eender besproken amendement) wat in een regeling opgenomen
zou kunnen worden om de positie van de woonkonsument te versterken.
Bescherming van huurders vindt immers reeds 1n andere kaders plaats.
Z° verPlicht artikel 25 van de Woningwet ons college een eigenaar
van een woning aan te schrijven indien een woning niet voldoet aan
de bouwverordening of uit andere hoofde noodzakelijke verbetering
behoeft. Daarbij 1s het toepassen van bestuursdwang mogelijk.
- 4 -
4e afd.
20 december 1984