4e afd. 20 december 1984 150
woontechnische toestand van de woning, de offerte van de aannemer, aile
afrekeningen, alsmede op betalingsbewijzen. Deze gegevens kunnen gewenst
zijn bij de beoordeiing omtrent het al dan niet zelf uitvoeren van werk-
zaamheden en de onder- en bovengrens, gesteid aan de kosten van de ver-
beteringen.
Artikel 14
De verordening geldt uitsluitend voor woningen van eigenaar-bewoners
die geschikt en bestemd zijn voor permanente bewoning. Voor de toe-
passing van deze verordening zijn derhalve uitgesloten vakantiewonin-
gen en zomerwoningen e.d.
Met het treffen van de voorzieningen moet in voldoende mate het belang
van de voikshuisvesting zijn gediend, terwijl de kosten van de voor-
zieningen in een redeiijke verhouding moeten staan tot het te verkrijgen
resultaat.
Op basis van deze uitgangspunten wordt een sobere en doelmatige opzet
van verbeteringsplannen nagestreefd.
Lid 1, onder c.
Teneinde te voorkomen dat er problemen rijzen bij het systeem, waarbij
begonnen kan worden na het indienen van de aanvraag (met name wanneer
de aanvraag niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen en niet-
ontvankelijkheid-verklaring plaatsvindt)is bepaald dat slechts be-
gonnen mag worden zodra men beschikt over een (schriftelijke) princi-
pe-toekenning.
Hierbij dient voorts opgemerkt te worden, dat bij de behandeling van
een aanvraag uitgegaan wordt van de datum van binnenkomst. Indien een
aanvraag niet-ontvankelijk wordt verklaard, wordt de aanvraag geacht
nimmer te zijn ingekomen. Bij een nieuwe aanvraag wordt dan uitgegaan
van de datum van binnenkomst van deze nieuwe aanvraag.
Overeenkomstig de huidige praktijk zal niet-ontvankelijkverklaring
slechts plaatsvinden wanneer de aanvrager ondanks daartoe schriftelijke
of telefonische gedane verzoeken in gebreke blijft de aanvraag aan
te vullen met de gewenste gegevens.
Het spreekt voor zich dat werkzaamheden waarvoor een bouwvergunning
is vereist, pas uitgevoerd mogen worden zodra deze vergunning is ver-
leend.
-29-