42
28 februari 1985
beraden over een enquête. Dat is intussen gebeurd, het college moet daar
nog zijn goedkeuring aan hechten, maar de voôrbereiding heeft in belang-
rijke mate plaatsgevonden. Dat heeft enige tijd geduurd, mede vanwege het
feit dat het college zich beraden heeft of, als het zich met een enquête
tot de verenigingen wendt, er dan nog andere vragen zijn of niet-finan-
ciële informatie, die het dan tegelijkertijd ook graag zou willen ont-
vangen. In dlezelfde commissievergadering van maart zal hopelijk ook die
koncept-enquête aan de orde komen en zullen de commissieleden daar hun
licht over kunnen laten schijnen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XII. Afvloeiingsregeling voor het openbaar basisonderwijs. (volgnr. 25)
De heer Borghouts wil een kompliment maken, met name voor het opne-
men van artikel 4 in de afvloei ingsregeling voor het openbaar basison-
derwijs. Het lezen van artikel 4 is een uitermate moeilijke bezigheid,
maar het komt er toch op neer dat door het opnemen van artikel 4 in de-
ze regeling bereikt wordt dat de ex-kleuterleidstersde leidsters van
nu aan de kleuterscholen, niet als eerste, wanneer er ingekrompen moet
worden bij het personeel van de toekomstige basisscholen, moeten worden
ontslagen. Dat is toch waar zijn fraktie in het verleden op gewezen
heeft; ook bij de direkteursbenoemingen heeft zij erop gewezen om daar
een kans te geven, en het verheugt haar uitermate dat deze regeling nu
in Heemstede gaat gelden.
Mevrouw IJsselmuiden sluit zich namens haar fraktie daarbij aan.
Mevrouw Snoep sluit zich eveneens bij die woorden aan.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XIII. Aangaan vaste geldlening, groot 5.000.000,--. (volgnr. 26)
De heer Albrecht wil een kompliment maken dat zo prompt is gerea-
geerd op de mogelijkheid om leningen te konverteren en wel speciaal om-
dat er nogal enige hoge rentelasten bestaan vanuit het verleden.
Hij gelooft dat het nu een heel goed moment is, gezien toch weer de ren-
testijging. Hij gelooft dat deze lening met een rentelast van ongeveer
7,6% bijzonder aantrekkelijk is en hij denkt dat ons financiële huis-
houden daar zeer bij is gebaat.
Ook de fraktie van de heer De Bruijn stemt er van harte mee in dat
het college de gelegenheid aangrijpt om, nu het rentepeil betrekkelijk
laag is, dure leningen, althans leningen met een hoog rentepeil, om te
zetten door ze vervroegd af te lossen en een nieuwe lening aan te gaan
tegen een redelijk, aanvaardbaar laag rentepeil.
De heer Borghouts sluit zich bij die woorden aan, maar heeft daar-
naast nog êén punt. Hij merkt op dat er een uitermate boeiende diskus-
sie heeft plaatsgevonden in de commissie financiën over de rente, het
rendement, de werkelijke rente en dergelijke. Een boeiende vraag was
of nu de rente van 7 5/8% wel goed was omgezet 1n een rendement van
7,6550%. Waarop spreker nu de wethouder en met name zijn ambtelijke
staf, wil komplimenteren omdat die op de prangende vragen die in de
