64
28 maart 1985
Het betrof niet zozeer een geldkwestie alswel de plaats van een boom
die zonlicht ontneemt. Spreker had over deze zaak nog een vraag willen
stellen, maar heeft intussen al een schriftelijk stuk ontvangen waaruit
blijkt dat deze zaak is opgelost.
Het zou profaan zijn aîs spreker zijn betoog over dit plan met een to-
taalkrediet van bijna 1,9 miljoen zou afsluiten met hetgeen hij gezegd
heeft over een zonlicht benemende boom.
Daarom wil hij nogmaals - en dan is hij wat minder kritisch dan mevrouw
Proost - namens zijn fraktie lof en waardering voor dit plan uitspreken
en voor alle aandacht, tijd en energie die in dit plan zijn gestoken.
Hij dankt het coilege, waaronder dus de betrokken portefeui1lehouder en
de desbetreffende ambtenaren van het g.t.b. en het raadhuis.
Sprekers fraktie gaat dus geheel akkoord met dit voorstelZij hoopt
dat de bewoners het uitgevoerde plan straks als een goed leefklimaat
zullen kunnen waarderen.
Wethouder Baar heeft met veel belangstel1ing kennis genomen van
hetgeen door de sprekers naar voren is gebrachtwaaruit als centraal
punt eigenlijk naar voren komt dat ze zich bewust zijn van de betekenis
van dit voorstel. Hij denkt ook dat het een historisch moment is in nog
verdergaand opzicht dan de heer Veen bedoelde door inderdaad te relate-
ren aan het besluit met betrekking tot deelgebied E, dat kennelijk net
een jaar geleden genomen is, want hij denkt ook dat het historisch is
in deze zin, dat nu, na wat de heer De Bruijn heeft opgemerkt over enke-
le kleine desalniettemin belangrijke stappen, toch nu een heel grote
stap wordt gezet in de richting van de renovatie van de Indische wijk,
een zaak waar al zo lange jaren aan gewerkt is. Dat is een goede zaak.
Spreker verheugd zich er ook over dat de raad in grote lijnen kan in-
stemmen met de plannen, zij het dat er hier en daar wat kanttekeningen
zijn. Alle sprekers hebben de inspraak aangeroerd. Inderdaad is heel
sterk de nadruk gelegd op een zo goed mogelijke inspraak. Eigenlijk is
samen met de bewoners gewerkt aan dit rekonstruktieplan, hetgeen een
heel goede zaak is geweest. Als men zich dan vandaag afvraagt hoe men
dat moet ervaren, ook voor wat de uitwerking betreft, dan denkt hij dat
in die evaluatie een kritische kanttekening wel op zijn plaats is.
Spreker heeft ook in de commissie al gezegd dat op alle drie de inspraak-
avonden niet te klagen viel over belangstelling: er waren veel bewoners
naar toe gekomen. Maar de praktijk van de inspraak is toch wel ongeveer
deze geworden, dat inen niet op alle drie de avonden dezelfde bewoners
terug zag. Dat betekent dus dat men zo'n eerste avond met elkaar over-
legt en tot bepaalde ideeën komt, dat een tweede avond met een gedeel-
telijk ander publiek die ideeën eigenlijk weer ter diskussie staan en
ook wel eens een keer weer worden omgebogen en een derde avond doet dat
verschijnsel zich nog eens voor.
Dat is het punt denkt spreker dat uit deze inspraak goed is geleerd.
Met deze ervaring zal in het vervolg rekening moeten worden gehouden.
Getracht zal moeten worden te voorkomen dat tenslotte een plan tot stand
komt waarvan men moet zeggen dat het maar voor een derde wordt gedragen
door de inwoners. Er is over dit probleem al eens gesproken en spreker
meent dat zelfs formeel al eens de beslissing is genomen om het aantal
avonden van drie terug te brengen tot twee. Hij denkt dat dit een ver-
betering zou kunnen zijn.
Spreker denkt dat de heer Veen gelijk heeft als hij zegt dat niet op