4e afd.
2 mei 1985
38
het beheer, gericht op de instandhouding van de iandschappeiijke
of natuurwetenschappelijke waarde van de gronden, of noodzake-
iijk zijn voor of verband houden met de uitoefening van het bos-
bedrijf, dan wel de uitoefening van het agrarisch bedrijf, in-
dien en voorzover deze uitoefening reeds plaatsvond op het tijd-
stip van inwerkingtreding van dit besluit;
f. werken of werkzaamheden ten behoeve van of verband houdende met
de oprichting of plaatsing van - ai dan niet aan hun bestemming
onttrokken - voer- of vaartuigen, arken, caravans en livingvans
voorzover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, als ook
tenten;
g. het aanleggen of inrichten van havens of centra voor de water-
sport en het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschoeiingen
van kaden of van aanlegplaatsen voor boten;
h. werken of werkzaamhedenweike wijzigingen van de waterhuishou-
ding of de waterbestand beogen of tengevolge hebben;
i. het veilen, rooien of beschadigen van houtgewas anders dan bij
wijze van verzorging, met dien verstande dat geen aaniegvergun-
ning is vereist met betrekking tot bossen en andere houtopstan-
den, welke deel uitmaken van bosbouwondernemingen, die ais zoda-
nig bij het Bosschap geregistreerd staan en met dien verstande
dat geen aanlegvergunning is vereist voor het periodiek kappen
van griendhout en ander hakhout, voorzover betreffende de nor-
male uitoefening van het op het tijdstip van inwerkingtreding
van dit besluit bestaande bodemgebruik;
j. het winnen van bosstrooisel of mos;
k. het aanbrengen van afbeeidingen of tekens voor kommerciële doel-
einden;
1. het bebossen van gronden, die op het tijdstip van de inwerking-
treding van dit besluit niet als bosgronden konden worden aan-
gemerkt.
III. te bepalen dat de hierboven genoemde werken en werkzaamheden niet
toelaatbaar zijn, indien daardoor, dan wel door de daarvan, hetzij
direkt, hetzij indirekt te verwachten gevolgen, schade wordt toege-
bracht aan de landschappelijke, natuurwetenschappelijke of kultuur-
-4-