136 30 mei 1985 het vindt ook dat het dat gegeven nodig heeft. Spreker heeft begrepen dat de inzichten bij de landelijke bewindslieden op dat punt zich toch wat aan het versoepelen zijn en dat men juist ook, nadat de circulaire van binnenlandse zaken en sociale zaken m.b.t. deze materie is gekomen, wel inziet dat het toch wel een goede zaak zou kunnen zijn als ook de gemeente krijgt te weten wat de direkteur van de rijksbelastingen heeft beslist op verzoeken om kwijtschelding van o.g.b. Overigens zegt spreker dat het college in voorkomende gevallen nu al aan betrokkenen vraagt om, als ze vrijstelling hebben gekregen van o.g.b., om de beschikking daarvan over te leggen. En als dat gebeurt dan heeft men al een zeker inzicht. Verder heeft de heer Solleveld nog eens gezegd hoe hij tegen die mate- rie aankijkt. De heer Solleveld zegt dat het hier gaat om herverdeling van gemeentelijke lasten over burgers, herverdeling van inkomens en dat dit inkomensbeleid is. Inkomensbeleid is primair gericht op herver- deling van inkomens. In de ogen van de meerderheid van het college is er bij ons kwijtscheldingsbeleid geen sprake van inkomensbeleid. Het gaat hier om eventuele kwijtschelding van belastingen en tarieven, een schuld die dus aan de gemeente bestaat, afhankelijk van de beta- 1ingskapaciteit van betrokkenen. Men kan natuurlijk zeggen dat dit re- gelrecht inkomensbeleid is, sprekers stelling is dat het dat niet is en hij voelt zich sinds het verschijnen van de genoemde circulaire op dit punt ook gesteund in die opvatting. De ministeries hebben in die circulaire in feite ook de mogelijkheid van kwijtschelding als aanvaard- baar geschetst en het ook niet in het licht van inkomensbeleid geplaatst De heer Solleveld meent dat de eigen C.D.A.-minister van de heer Baar de heer De Koning, daar wel eens een andere uitspraak over heeft gedaan. Wethouder Baar acht dat de vraag; hij heeft met deze minister onlangs nog een diskussie mogen voeren over dit onderwerp en ook met de staats- secretaris, en uit die diskussie is hem één ding bijgebleven, namelijk dat zij toch niet echt wezenlijk verschillen. Waar landelijk de vrees voor leeft - spreker vindt dat die vrees terecht is - is dat er op meer dan éën plaats, dus behalve centraalook decëntraalinkomensbeleid wordt gevoerd. Hij denkt ook dat men moet zeggen dat inkomensbeleid in de zin van herverdeling van inkomens, een echt politiek instrument, zo- als dat nu al decennia lang in Nederland wordt gehanteerd in de sfeer van belastingen, geen zaak is voor gemeenten. Daar is men het niet over oneens, maar wat hier met het kwijtscheldingsbeleid wordt beoogd is draagkrachtbeleid en men kan zeggen dat dat nuanceverschillen zijn, maar dat is voor spreker een principieel verschil; het is draagkrachtbeleid. En dat kan er inderdaad toe leiden dat de verschillen iets kleiner wor- den, waarbij meri de hoogte van onze bedragen even goed in de gaten moet houden. En daar zijn de genoemde bewindslieden het niet mee oneens. Ook de genoemde circulaire onderschrijft dat in wezen. Die beklemtoont ook dat gemeenten dat mogen doen en daar was minister De Koning zelf me- de verantwoordelijk voor. Die onderschrijft het en legaliseert ook on- ze besluitvorming. Mevrouw Karssen heeft stilgestaan bij de systematiek van de beleidsplan- ning. Spreker vond dat een belangwekkende beschouwing en wat hem betreft kan dit onderwerp ook in de commissie beleidsplanning best eens aan de orde komen. De vraag dus of we moeten blijven doorgaan met het toeken- nen van punten aan projekten. Als we het wel blijven doen moet het dan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1985 | | pagina 20