30 mei 1985 139 De heer Borqhouts merkt op dat wethouder Baar vorige maand in de raadsvergadering heeft gezegd dat 13 2 ton verlies verwacht mag worden. Er is in het verhaal van mevrouw Bierman geen cijfer gevallen. Hij vraagt of het mogelijk is aan te geven wat het extra verlies is ge- weest in 1984. Daarnaast hield mevrouw Bierman een optimistisch verhaal dat het beter gaat. Onderschrijft zij niet de verwachting van de heer Baar dienaangaande? Wethouder mevrouw Bierman antwoordt dat toen de heer Baar sprak er sprake was van een zekere handikap in die zin, dat zelfs de raad van beheer nog niet een eerste keer gesproken had over de resultaten van 1984. Dat is dus op zijn minst wat onbehoorlijk om die dan hier te ver- kondigen. Een dergelijke eerste bespreking van de resultaten heeft in- middels wel plaatsgevonden. Het betekent een nadelig saldo voor 1984 dat niet neerkomt op 1 3 2 ton, maar rond de 4 ton. Spreekster denkt dat het goed is, daar wordt thans ook aan gewerkt, om in beginsel het resultaat van 1984, het eerste volledige jaar dat gedraaid is, als uit- gangspunt te hanteren, op basis daarvan de begroting bij te stellen en vervolgens te kijken hoe men die weg omhoog zo snel en zo gunstig mo- gelijk kan bewerkstel1igen. Zij denkt dat het irreëel is om tot in leng- te van dagen te blijven zeggen dat het al weer zo'n slecht jaar is omdat we die raming, die ooit wel eens op papier gemaakt is, naar beste weten op dat moment, niet kunnen halen. Op een gegeven moment zal men dat als een erfenis moeten beschouwen, waar men een punt achter moet zetten. Wethouder mevrouw Noorman brengt naar voren dat zowel de heer Solle- veld als mevrouw Karssen vrij vroeg in hun algemene beschouwingen zijn begonnen met opmerkingen te maken voor wat betreft de bibiiotheek. De heer Solleveld heeft een vergelijking opgezet tussen de kosten van een aantal voorzieningen in Heemstede, zwembad, muziekschool en biblio- theek en daarvan gezegd dat dat geen echte basisvoorzieningen zijn. Spreekster denkt dat dat een politieke uitspraak is, omdat die voorzie- ningen, zeker als het gaat om de bibliotheek, met een belangrijke edu- katieve en kulturele funktie, volgens goed verdedigbare inzichten wel degelijk tot basisvoorzieningen gerekend kunnen worden. De heer Solleveld heeft gezegd: "zijn in de gekozen vorm geen echte basisvoorzieningen". Wethouder mevrouw Noorman vraagt zich af wat dan de niet-gekozen vorm is. Dat onderscheid is haar onduidelijk en maakt dat zij geen reden ziet om haar opmerking te wijzigen. De heer Solleveld heeft gesproken over de jaarlijkse financiële bijdrage van de gemeente Heemstede voor de bibliotheek en over de totale kostprijs voor de bibliotheek, inklusief de rijksbijdrage. Als de heer Solleveld een vergelijking wil maken over de jaarlijkse kosten die de gemeente Heem stede aan de bibliotheek besteedt, dan is dat per geleend boek 1,33 en per lid 46, De heer Solleveld wil herhalen wat hij exakt heeft gezegd: "Zetten we die jaarlijks financiële bijdragen van Heemstede, in een enkel geval aan- gevuld met rijkssubsidies"enzovoort. Wethouder mevrouw Noorman zegt dat dat niet afdoet aan wat zij nu zegt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1985 | | pagina 23