27 juni 1985 159 Voorlichting dus. Daar is in dezen niet veel van op de markt. Er is een INFO van het ministerie van SZW, er is de Bijstandskrant van mei 1985 van hetzelfde ministerie, er is De kleine gids voor de voordeurdeler van een aantal mensen uit verschillende maatschappelijke groeperingen. Het staat buiten kijf - en het college erkent dat ook in het antwoord op vraag 3 - dat die kleine gids in heldere taal de voordeurdelersregeling duidelijk uiteenzet. Duidelijker en vollediger dan de beide andere genoemde brochu- res. Spreker neemt aan dat men het daarover allemaal in deze zaal eens is. De kwaliteit van de uiteenzettingen in de kleine gids kunnen dan ook geen reden zijn om die gids niet ter beschikking te stellen. Integendeelhet zou een reden zijn om hem wel ter beschikking te stellen. Waarom wil het college dat dan toch niet doen? Het college zegt dat niet expliciet, maar kennelijk ligt het antwoord op die vraag in het antwoord op vraag 3 besloten. Als dat niet zo is dan hoort spreker dat straks wel. De kleine gids roept op, aldus het college "om een slim gebruik te maken van de mazen in de regeling" en geeft aan "wat kliënten moeten doen om de regeling te ontlopen en te ontwijken". En daaruit trekt het college dan de konklusie dat het gebruik van een dergelijke terminologie aanzetten herbergt tot een oneigenlijk gebruik van de regeling. Is dat nou zo? Eni- ge twijfel over die konklusie van het college lijkt mij op zijn plaats. Als mensen in een leefsituatie wonen waardoor zij onder de voordeurdelers- regeling vallen en die mensen veranderen die leefsituatie zodanig dat dat niet meer het geval is, maken zij dan een oneigenlijk gebruik van de rege- ling? Als mensen de regeling goed bestuderen en op slimme, op inventieve wijze hun leefsituatie zo inrichten dat de regeling niet meer op hun van toepassing is, maken zij dan oneigenlijk gebruik van de regeling? Dat kan toch niet wôrden volgehouden. De eenvoudige konklusie moet dan toch zijn dat de voordeurdelersregeling niet op die specifieke leefsituatie van toe- passing is. Mensen hebben toch het recht hun leven in te richten zoals hen dat goeddunkt, ook al onttrekken zij zich daardoor aan de werking van een regeling. Het is toch ook niet zo dat het Tweede Kamerlid voor de VVD, de heer Van Linschoten, enige weken geleden in het TV-programma "Koos op Za- terdag" opriep tot oneigenlijk gebruik van de regeling toen hij zei dat de regeling niet van toepassing is op kommerciële relaties en dat aangaf als mogelijkheid onder de regeling uit te komen. En wijst het genoemde INFO er ook niet op? Spreker heeft dat verwijt ook eigenlijk nooit gehoord tegen Elseviers Belastingalmanak, die - dit ter zijde - door zeer vele ambtenaren van de belastingdienst ten kantore wordt gebruikt. Spreker meent dat de aangehaalde citaten niet tot de konklusie kunnen lei- den die het college trekt en derhalve geen reden kunnen zijn om de kleine gids niet beschikbaar te stellen aan de betrokken kliënten van de afdeling sociale zaken. Een andere reden die het college aanvoert is dat in de kleine gids wordt geadviseerd om de verschillende tips en mogelijkheden uit te proberen on- der het motto: "hoe meer onduidelijkheid en verwarring er ontstaat hoe beter; des te eerder zal de maatregel ongedaan worden gemaakt". Spreker geeft toe dat het een wat ongenuanceerde benadering is, die overigens aan geen enkele belangengroepering vreemd is. Maar goed, hij staat er in en wat hem betreft had die zin er niet in hoeven te staan. Maar spreker wil het college toch uitnodigen eens niet naar de letterlijke bewoordingen te kijken, maar naar de intentie achter die aansporing. En hij zou dan die

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1985 | | pagina 3