162
27 juni 1985
belangrijk om zich te realiseren dat de gemeente hier optreedt als uitvoer-
der van rijkswetten.
Dat betekent dat het dus ook heel gevaarlijk en onverstandig is om een ei-
gen inkleuring te geven aan de toelichting van het door het parlement aan-
genomen besluit. Want daar gaat het om, het gaat er niet om of wij het er
mee eens zijn of niet en of er bepaalde accenten gelegd moeten worden. Het
is in wezen een kwestie van rijksbeleid en van door het parlement bekrach-
tigd beleid. Dat geeft aan dat de gemeente dus een heel beperkte weg heeft
om nog eens wat te doen, althans naar de mening van het college. Er is een
vergelijking gemaakt met Elseviers belastinggids. Spreker wijst erop dat
in alle objektiviteit door de heer Albrecht al is aangegeven dat Elseviers
gids geen tendentieuze voorlichting geeft. Men kan die gids in de boekhan-
del kopen en men kan zich voorzien van een advies, zoals men zich kan voor-
zien van adviezen van een belastingconsulenten men kan ook via politieke
partijen of aktiegroepen in het bezit komen van de kleine gids. Dat is toch
niet helemaal te vergelijken. De kleine gids gaat nog een stap verder dan
de belastinggidsomdat de kleine gids doeleinden inbouwt om de regeling
veranderd te krijgen. Daar ligt het knelpunt. Het college meent dat het
bij een kwestie van medebewind alleen maar gaat om een zo duidelijk moge-
lijke toelichting.
Nu kan het heel goed zijn dat die toelichting niet juist is. Uit de beant-
woording heeft men ook kunnen zien dat het college zeker niet zonder kri-
tiek is ten aanzien van het materiaal dat zeker aanvankelijk ter beschik-
king was om die voorlichtingstaak behoorlijk te doen en hij is ook zeer ge-
lukkig dat Divosa tenslotte met een schema is gekomen waardoor er wat ge-
makkelijker vooral bij de ambtenaren houvast kan worden verkregen met de-
ze regeling, die ingewikkeld is.
Dat zijn bezwaren die algemeen zijn. Men kan er natuurlijk met elkaar over
praten, men kan daar kritiek op hebben, maar men kan als gemeentebestuur
alleen maar uitgaan van de door het parlement vastgestelde tekst van de
wet.
Spreker bespeurt uit de woorden van de verschi1lende fraktiewoordvoerders
een zekere zorg over de onduidelijkheid van het voorlichtingsmateriaal dat
ter beschikking is, en er is gevraagd wat het college daaraan gedaan heeft.
Welnu, het college heeft een brief geschreven aan de minister waarin het
zijn ongerustheid heeft uitgesproken over het materiaal dat ter beschik-
king staat en het heeft erop gewezen dat het college van mening is dat het
wat ander materiaal ter beschikking wil hebben. Spreker citeert uit de
brief die vandaag uitgegaan is. "Wij achten dit materiaal onvoldoende, in
aanmerking nemende, dat: - de regeling uiterst gekompliceerd en moeilijk
uitvoerbaar is; - de regeling betrekking heeft op grote groepen kliënten;
- summiere en onvolledige informatie de reeds bestaande aversie tegen de
regeling in belangrijke mate versterkt; - het wel degelijk mogelijk is
volledig en goed leesbaar materiaal te ontwerpen (het bewijs is hiervoor
geleverd door de ontwerpers van de "kleine gids voor de voordeurdeler"
wij hebben waardering voor de opzet van deze gids, de volledigheid en de
leesbaarheid; wij menen echter de gids niet aan kliënten te kunnen ver-
strekken, vanwege het gebruik van een terminologie, die aanzetten tot on-
eigenlijk gebruik herbergt en die beoogt de uitvoering van de regeling te
frustreren)."
Spreker voegt eraan toe dat de kleine gids voorlichtingsmateriaal is waar-
voor betaald moet worden. Het college meent dat de overheid zelf in die
taak moet voorzien en dat de kliënt recht heeft op gratis voorlichtings-