27 juni 1985
163
materiaal en dat het ook niet aangaat oneigenlijk subsidie te gaan geven
aan mensen die de taak van de overheid gaan overnemen. De overheid dient
te voorzien in de voorlichtingstaak en het college heeft dan ook de minis-
ter gevraagd om wat beter en uitvoeriger in die taak te voorzien.
Wethouder mevrouw Noorman heeft er behoefte aan om het minderheids-
standpunt van het college te verwoorden. Zij meent op grond van het ge-
geven dat de brochure feitelijke informatie geeft die op generlei wijze
onjuist is, het in het belang van de kliënten, die in ernstige mate door
de regeling gedupeerd worden zoals de VNG als vertegenwoordiger van de
Nederlandse gemeenten aan de minister duidelijk gemaakt heeft, dringend
gewenst is dat op grond van het feit dat tot op heden onvoldoende infor-
matie beschikbaar is voor kliënten, de brochure bijvoorbeeld bij bureau
voorlichting - gezien de dubbele strekking van de brochure: aan de ene
zijde voorlichting en aan de andere zijde handleiding tot handelen - een
juiste plaats te geven.
De heer Borghouts zegt het ongaarne, maar vindt de wijze waarop de
beide andere frakties het betoog dat hij namens zijn fraktie heeft mogen
houden, hebben beantwoord, in casu daar volstrekt aan voorbij zijn ge-
gaan, min of meer beschaamd. De voorzitter dankt spreker voor zijn ant-
woord. Het CDA heeft als enige reden opgegeven dat de gids onduidelijk
zou zijn. Spreker herhaalt niet zijn eigen woorden, maar sluit zich aan
bij de woorden van de voorzitter dat die gids volstrekt duidelijk is voor
degenen die het aangaat. En als dat de enige reden is van de CDA-fraktie
dan zal hij de rnotie moeten steunen.
De VVD-woordvoerder heeft zich afgevraagd of we gefaald hebben in de voor-
lichting. In ieder geval is er beter voorlichtingsmateriaal beschikbaar;
of de ambtenaren gefaald hebben in de voorlichtingdaarover doet sprekers
fraktie geen uitspraak. Zij denkt dat die zoals gewoonlijk hun werk goed
hebben gedaan. Haar het is mondelinge informatie-overdracht en het gaat
vaak zo dat als men thuis nog eens rustig wat kan doorlezen, één en ander
toch wat duidelijker wordt.
Waar het sprekers fraktie in wezen om gaat is dat kliënten van de afde-
ling sociale zaken onder die regeling vallen, waarvan allen het erover
eens zijn dat het geen leuke regeling voor die kliënten is, maar het is
rijksbeleid en daar moet men zich bij neerleggen. Maar onze inwoners val-
len er wel onder en dan gaat het erom hoe wij die kliënten van ons, die
inwoners, behandelen. En als men dan konstateert dat voorlichtingsmateri-
aal aanwezig is waardoor men hen wellicht kan helpen de schade beperkt te
houden, dan denkt sprekers fraktie dat het een taak is om bij de afdeling
Sociale Zaken dat voorlichtingsmateriaal ook ter beschikking te stellen.
En of men dat gratis wil doen of wil verkopen, dat is haar om het even.
Spreker is het niet eens met de stelling van de voorzitter - en hij denkt
ook dat die echt niet is vol te houden - dat de overheid dient te voor-
zien in de voorlichtingstaak. Zeker, de overheid moet voorlichten, maar
men kan niet volhouden dat de voorlichting in Nederland door de overheid
gestelde regelingen een zaak is van alleen de overheid. Als dat zo zou
zijn dan zouden uitgeverijen als Vuga, Samsom, Kluwer, enzovoort, al lang
over de kop zijn, althans verschillende divisies van die uitgevers.
Spreker apprecieert het dat het college een brief heeft geschreven aan
de minister om te wijzen op de moeilijke situatie die in het voorlich-
tingsgebied ontstaan is. Het versterkt alleen maar de vraag van zijn frak-