164
27 juni 1985
tie. Het college erkent ten volle dat er geen goed voorlichtingsmateriaal
is en dat de kleine gids uitstekend is. De derde stap evenwel kan het col-
lege kennelijk niet zetten, omdat er wat passages in voorkomen die erop
lijken gericht te zijn om de regeling omver te werpen. Spreker heeft er
één genoemd en erkent dat dit niet de meest gelukkige passage is. Maar hij
heeft ook gevraagd aan de raad om dan maar over die politieke gevoelighe-
den heen te stappen in het belang van de kliënten en hij konstateert dat
dit straks kennelijk niet gaat gebeuren. En dat met name betreurt zijn
fraktie in zeer hoge mate.
Mevrouw IJsselmuiden begrijpt niet goed wat de heer Borghouts bedoelt.
Hij vraagt haar om argumenten. Die hoeft zij niet altijd te geven, maar
zij zal ze nu wel geven. De heer Borghouts heeft gezegd dat hij geweldige
zorgen heeft en dat het hem zeer ter harte gaat dat mensen die van een
klein inkomen moeten rondkomen nu ook nog voordeurdelers zijn en daardoor
nog verder moeten inkorten. Die zorg deelt haar fraktie precies zo. Zij
hoopt dan ook dat er zeer duidelijk materiaal komt voor deze mensen.
De voorzitter heeft zojuist de brief aan de minister voorgelezen, met
welks inhoud haar fraktie bijzonder dankbaar is. Zij hoopt dan ook dat dat
materiaal er komt. Wat de kleine gids betreft wil spreekster duidelijk zeg-
gen dat het de toon is die de muziek maakt. Als men die gids leest, dan
vraagt zij of dat nu wel zo' moet. Dat is letterlijk wat zij bedoelt.
De heer Albrecht heeft het bijzonder veel plezier gedaan dat de voor-
zitter in zijn betoog eigenlijk dezelfde punten aanhaalde die spreker naar
voren bracht.
De heer Borghouts moest de VVD weer noemen door te zeggen dat spreker de
ambtenaren genoemd heeft als gefaald hebbende in de voorlichting. De heer
Borghouts heeft dan toch weer niet goed geluisterd zoals zovele malen;
dat heeft spreker niet gezegd. Hij heeft gezegd dat de ambtenaren richt-
lijnen hebben en dat ze waarschi jnl i jk niet voldoende materiaal hebben oin
de juiste voorlichting te geven. Voorts vindt spreker het prettig te ho-
ren dat de heer Borghouts enkele passages uit de kleine gids niet erg ge-
lukkig vindt, die vindt hij erg onaangenaam en spreker vindt het sympha-
tiek dat hij er zo over denkt. Dat sluit aan bij de gedachten van sprekers
fraktie, maar dat neemt niet weg dat ondanks dat alles die passages er
wel in blijven staan en iedereen het blijft lezen zoals het er staat en
dat staat zijn fraktie niet voor.
De voorzitter zegt naar aanleiding van de opmerking van de heer Borg-
houts dat de overheid niet bij uitsluiting geroepen is om in de overheids-
voorlichting te voorzien dat men daar natuurlijk een heel debat over kan
houden. Het is juist en dat is gelukkig, dat er een brede groep mensen is
die tegelijkertijd ook voorlichting geeft over allerlei aspekten van het
overheidsbeleid. Zo kan men denken aan de natuurbescherming; er zijn op
dat terrein zeer veel nuttige instanties die daarin een partij meeblazen.
Toch is het zo dat bij de uitvoering van regelingen de uitvoerende orga-
nen een specifieke eigen taak hebben om het beleid uit te leggen, omdat
de burger als eerste in de lijn van het kritisch beoordelen van de ten
aanzien van hen genomen beslissingen inzake die voorlichting ook een toet-
singsmogelijkheid moet hebben of de overheid wel doet wat er in de eigen
voorlichting staat. Dat is gewoon de allereerste lijn. En die lijn moet
dan ook zo objektief en zo duidelijk mogelijk van de overheid zelf uitgaan