195
29 augustus 1985
Mevrouw Lindeboom meent dat het natuurlijk voor de hand ligt, als men
een voorstel krijgt om een onderzoek te doen van 45.000,--, dat men
denkt waarom dat onderzoek moet gebeuren. Toen er in de coiimissie g.t.b.
over gesproken werd is wel duidelijk geworden dat, om een inzicht te krij-
gen waar we eigenlijk aan toe zijn en wat er eventueel zou moeten gebeuren,
daar een onderzoek voor noodzakelijk is. Spreekster denkt dat het misschien
minder erg is om te weten van wat er zou moeten gebeuren; wat ideaal is,
wat optimaal is, wat er ook nog mee door kan en dan met visies over wat we
met de Heemsteedse üreef willen, dan wel de manier waarop men dat aanpakt;
dat kan men dan altijd nog onder de loep gaan nemen. Zij denkt dat het een
verantwoorde zaak is dat men weet waar men aan toe is en in dat kader meent
haar fraktie dat het onderzoek gedaan moet worden want het alternatief is
kennelijk het hoofd in het zand steken, en dat moet ook niet. Zij denkt dat
men eventuele bange voorgevoelens misschien op deze manier wat kan bestrij-
den en dat diskussies over "wat dan" beter gevoerd kunnen worden op het mo-
ment dat we weten waar we aan toe zijn. En het schijnt dat om daar achter
te komen, het op deze manier gaat. Het schijnt heel erg moeilijk te zijn
om aan een wegdek te kunnen zien of het een behoorlijk wegdek is; van dat
soort technische zaken is spreekster inmiddels overtuigd geraakt.
Wethouder Baar denkt dat de heer Van der Hulst gelijk heeft als deze
konstateert dat op het moment dat de resultaten van dit onderzoek bekend
zijn, men zich zal moeten afvragen wat men ermee moet gaan doen. Het finan-
ciële verhaal komt dan misschien ook om de hoek kijken en zeker zal op
zo'n moment voldoende duidelijkheid moeten bestaan over de funktie van de
Dreef. Die funktie, zoals die er thans is, is uiteraard bekend, maar de
vraag of daar wijziging in zal moeten komen is ook zeker aan de orde en
deze zaken kunnen niet los van elkaar worden gezien.
Maar met mevrouw Lindeboom is spreker van oordeel dat men daar vandaag
niet over hoeft te beslissen. Het gaat nu om de vraag of de raad inderdaad
een onderzoek wil instellen naar de onderhoudstoestand van de Dreef, waar-
van - dat kan een leek zien, zonder onder het wegdek te kijken - duidelijk
is dat deze in toenemende mate verslechtert. Het ziet er naar uit dat er
binnen afzienbare tijd toch iets zal moeten gebeuren. Het is een lange en
brede weg waar veel verkeer overheen gaat. Als men daar wat aan gaat doen
dan zal dat waarschijnlijk ook veel geld kosten. Spreker deelt de zorg van
de heer Albrecht of wij het kunnen financieren, maar hij denkt toch dat
men zich daar op dit moment niet het hoofd over moet breken. Het is zeker
nodig om nu inzicht te krijgen in de onderhoudstoestand, ook van de onder-
grond uiteraard, en het college probeert zich dat inzicht te verschaffen.
Dat kost geld, maar het is wel de moeite waard en ook verantwoord en hoe
dan die zaak gefinancierd moet worden, zien we dan wel weer, maar ook daar
zal wel uit te komen zijn.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
VII. Subsidiëring projekt "Brugjaar Schoolverlaters" 1985 (volgnr. 74)
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
VIIIVoorbereiding herziening bestemmingspiannen (volgnr. 75)
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.