26 september 1985
221
natuurlijk duidelijk, het college wil niet dat de begroting al die zes
jaar belast wordt met een 1 procent van 12 miljoen en dat is dan
f 60.000,Maar aan de andere kant, als het college persé wil doorgaan
met extra afschrijvingenwat spreker in de nieuwe aanbiedingsnota voor
de begroting 1986 gelezen heeft, dan begrijpt hij deze aktivering niet.
Dan kan men ook bij het jaarlijkse miljoen voor extra afschrijving deze
f 60.000,-- betrekken. Ook dit ligt niet in het raadsvoorstel vast, dus
dat kan altijd nog door het college op een andere wijze worden toege-
past.
De heer Van Amerongen merkt op dat zo'n 2 weken geleden in "Binnen-
lands Bestuur" een artikel heeft gestaan over de wisseltruc van de ge-
meente Wychen. Toen hij dit voorstel las begreep hij dat ook hier dat
artikel gelezen is, omdat het voorbeeld van Wychen zonder dralen is
gevolgd en de vraag is nu of dat een verstandige zaak is. Spreker kan
bij voorbaat zeggen dat zijn fraktie van mening is dat het geen ver-
standige zaak is om deze wisseltruc, zoals dat dan wordt genoemd, uit
te halen. Aan het slot van het voorstel van het college is aangegeven
dat over een reeks van jaren, maar pas in de 90er-jaren, het voordeel
f 600.000,-- per jaar zou kunnen zijn. Als men alleen die zin zou lezen
en daar het accent op zou leggen, dan zou men zeggen dat de gemeente
Heemstede tocji in die moeilijke financieringswereld het ei van Columbus
heeft uitgevönden en zo'n slimme truc kan uithalen dat daar aan te ver-
dienen valt, maar dat is slechts schijn. Want men is in die hele wereld
van geldleningen natuurlijk niet helemaal op zijn achterhoofd gevallen.
Eén ding is zeker, want dat is het vervelende als men over dit soort
dingen praat, er zijn heel veel onzekere dingen. Maar éên ding is zeker,
door zo'n bedrag van 12 miljoen te lenen, en het vervolgens ook weer te
beleggen, dus in wezen doelbewust een stuk overliquiditeit doen ontstaan
zijn we daar gedurende een aantal jaren, en dat loopt tot eind 1991,
jaarlijks f 60.000,-- aan kwijt en als men rente op rente berekenft"dan
komt het uit op een totaalbedrag van f 460.000,-- wat we in ieder geval
kwijt zijn.
Vervolgens moet dan nog het verhaal kornen over het voordeelEn dat kan
men niet met zekerheid doen. Spreker kan ook geen verwachting uitspreken
want wie is in staat een rente-ontwikkelingsverwachting uit te spreken
over een periode van 6 jaar, en eigenlijk voor nog veel langer dan 6
jaar, omdat eind 1991, als men dan voor de mogelijkheid staat om ver-
vroegd af te lossen, het ook weer nog eens mogelijk is om weliswaar
vervroegd af te lossen maar nog niet meteen daar een nieuwe vaste
geldlening voor te sluiten, maar om het tijdelijk met kort geld te
financieren. Kortom, de periode waarover we praten, de onzekerheids-
periode, is nog langer dan 6 jaar.
Spreker is ervan overtuigd dat er niemand is die over zo'n lange periode
een renteverwachting kan uitspreken. Het is al zo moeilijk om dat over
een paar maanden te doen. En nu is het probleem dat in die 6 jaar de
rente in ieder geval zal fluktueren. Dat is iets waar men wêl zeker van
kan zijn; de rente kan in die 6 jaar omhoog, maar ook weer omlaag schie-
ten, en het lijkt misschien wat flauw, maar als spreker dit zo zegt, dan
wordt er in wezen nu al door de ontwikkeling van de rente een teken van
gegeven, omdat op dit moment, terwijl de offerte hier nog maar één of
twee weken ligt, de rente al weer een i% is gedaald en als men genoegen
neemt met een niet al te lange looptijd, dan is de rente nu zelfs al
onder de 7% terecht gekomen.