31 oktober 1985 248
fatsoenlijke wijze oordelen over de voorstellen die nu ter tafel liggen.
De punten 17 en 18 worden van de agenda afgevoerd.
XIX. 6e wijziging van de legesverordening. (volgnr. 110)
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XX. 9e wijziging verordening begrafenisrechten. (volgnr. 111)
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XXI5e wijziging van de verordening op de heffing en invordering van
eën recht voor het ophalen van huisvuil. (volgnr. 112)
De heer Van flmerongen meent dat als men dit voorstel moet beoordelen
dat niet anders kan dan toch ook naar de begroting te kijken. Zonder op
de details in te gaan, leidt bestudering van de begroting en de bespre-
king in de commissie hem tot de konklusie, ook bijvoorbeeld vanwege de
halvering van de profijtkorting van het rijk, dat er toch wat meer mid-
delen op ons afkomen dan in de begroting verondersteld kon worden, want
het bericht over de halvering van de profijtkorting is nog niet zo oud.
Daarom is zijn fraktie tot de konklusie gekomen dat, uitgaande van de
doelstelling van een sluitende begroting, het niet nodig is dit tarief
te verhogen en zeker niet daar waar het hier ook gaat om een deel van
de g.t.b.-nota. Het gaat dus duidelijk over de woorilasten.
Spreker denkt dat het niets nieuws in deze raad is of zou moeten zijn,
dat we pogen die g.t.b.-nota zo laag mogelijk te houden. Zijn fraktie
stelt daarom voor deze tariefsverhoging niet door te laten gaan.
Wethouder Baar antwoordt dat het inderdaad juist is dat nadere be-
sluitvorming met betrekking tot de uitkeringen van rijkswege hebben
betekend dat de gemeente over meer middelen zal beschikken dan aanvan-
kelijk is aangenomen. Of men dan op grond daarvan zou moeten zeggen dat
dan uitgesproken een tariefsverhoging in de sfeer van de huisvuilrech-
ten niet nodig is, gaat spreker toch wel te ver. Hij kan zich voorstel-
len dat men zich afvraagt of in het totaal van de lastenoplegging aan
de burgers, waarover het college dus duidelijk voorstellen heeft gedaan
en die in hoofdzaak over een maand toch aan de orde zullen komen, daar
nog niet enige wijziging in zou moeten en kunnen plaatsvinden.
Maar juist op het punt van de huisvui1rechten heeft spreker toch nog
wat problemen en wel om twee redenen. In de eerste plaats is de afge-
lopen jaren duidelijk het beleid gevolgd dat wij in ieder geval willen
proberen de gevolgen van de inflatie te dekken. In feite zijn we de
laatste jaren ook al niet verder gegaan. Dat betekent dus dat de gemeen-
te absoluut gezien er nog eigenlijk geen cent beter op is geworden van
een tariefsverhoging. Alleen de gevolgen van de inflatie en de geldont-
waarding zijn gedekt. Het voorstel nu is gebaseerd op de dekking van
die inflatiegevolgen. Zou men deze tariefsverhoging niet accepteren dan
gaat de gemeente er in feite op achteruit.
Spreker vindt dat toch bedenkelijk, ook in het licht van het streven
van de raad om het dekkingspercentage voor de huisvui1kosten op minimaal
65X te krijgen. Vorig jaar kwamen we uit op 69%, spreker dacht dit jaar
op rond 68%. Hij vindt dat er, mede gezien de nog te verwachten externe
lastenverhogingalle aanleiding is om het hierop te houden.