ARTIKEL 11 AGRARISCH GEBIED (A)
1. Oe gronden met de bestemming agrarisch gebied zijn bestemd voor de
bedrijfsvoering van agrarische bedrijven als bedoeld in artikel 1 lid 9
onder a, b en c.
2. Op de in lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend met de bestemming
verband houdende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
3. De bouwhoogte van de in lid 2 bedoelde bouwwerken, geen gebouwen
zijnde, mag ten hoogste 1.80 m bedragen.
4. Een vrijstelling als bedoeld in artikel 17 van de Wet op de Ruim-
telijke Ordening kan ten aanzien van de in lid 1 bedoelde gronden niet
worden verleend.